Les 1.11 hv3 - overtreffende trap, repaso vergelijken

1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planificación: Hoy es...
1. Repaso de la clase anterior
10 min
2. Repaso: vergelijken
3. Gramática: overtreffende trap
7 min
4. ¡En marcha!
25 min
5. La próxima clase
5 min
Después de esta clase... (Na deze les...)
... kan je 2 zinnen schrijven om je buurt te omschrijven.

Slide 2 - Slide

Eindproduct: vlog
  1. Maak een video waarin je jezelf voorstelt en over de bezienswaardigheden in jouw buurt of dorp. Bedenk drie of vier plekken die je belangrijk vindt.
  2. Maak een script voor de video:
    - Begin met een begroeting en eindig op gepaste wijze.
    - Stel jezelf voor.
    - Vertel over je gezin en jouw huis.
    - Beschrijf wat je wil laten zien en waar je iets over wil vertellen.
    - Vertel wat je leuk vindt uit je buurt en wat je minder leuk vindt.
  3. Maak de video en lever deze uiterlijk in op donderdag 24 oktober om 21:00.

Slide 3 - Slide

Eindproduct: vlog
  • Maak gebruik van grammatica overzichten van unidad 5 (Reporteros 1) en unidad 1 (Reporteros 2).
  • Bekijk je gemaakte opdrachten voor input.
  • Lees in de beoordelingsrubric waar je punten voor scoort.
  • Gebruik geen zinnen van het internet.
  • Lees niet voor, een spiekbriefje met woorden is wel toegestaan.

Slide 4 - Slide

Eindproduct: vlog
Overdracht boodschap
- begroeten aan begin en eind
- stel jezelf voor (nombre, edad, nacionalidad)
- stel je gezin voor (nombre, relación, edad)
- korte beschrijving van huis
- minstens drie dingen uit buurt laten zien en vertellen

Woordenschat: presentarse, la casa, el barrio, las actividades, situarse

Grammatica: estar, tener, ser, hay, vergelijken

Vloeiendheid: spiekbriefje met woorden is toegestaan, voorlezen niet.

Uitspraak

Internetgebruik

Lay-out

Slide 5 - Slide

Repaso de la clase anterior
praten over plaatsen met es, tiene, hay of está

Slide 6 - Slide

... gebruik je om een plaats te beschrijven.
... gebruik je om één of meer dingen te noemen (er is, er zijn).
... kan hetzelfde betekenen als hay, maar dan zeg je het op een andere manier.
... gebruik je om een plaats te bepalen.
hay
tiene
está
es

Slide 7 - Drag question

Amsterdam...... una ciudad muy grande
A
tiene
B
es
C
hay

Slide 8 - Quiz

En mi barrio .... la iglesia más bonita de la ciudad.
A
hay
B
está
C
es

Slide 9 - Quiz

Repasar: vergelijken

Slide 10 - Slide

mejor
más
más
menos
menos
que
como
como
como
como
tanto
tan
tan
tantos
tantas

Slide 11 - Drag question

De overtreffende trap

Slide 12 - Slide

De overtreffende trap
Om de grootte van iets te vergelijken, kun je de uitdrukking x (znw) veces más grande / pequeño(a) que gebruiken.

el/la más grande --> el/la mayor = oudste
el/la más pequeño(a) --> el/la menor = jongste

Slide 13 - Slide

¡En marcha!
Libro de trabajo (werkboek):
ejercicios 12 y 13 - página 15
ejercicios 14 y 15 - página 16

¿Listo? Vlog o vocabulario.
stad = la ciudad
rivier = el río
provincie = la provincia
toeristisch = turístico
meer = el lago

Slide 14 - Slide

Corregir

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

La próxima clase
Vamos a aprender...
... todos los números

DEBERES
- hacer los ejercicios de la clase
- aprender vocabulario unidad 1

NEEM VOLGENDE LES JE BOEKEN MEE!

Slide 17 - Slide