Overdracht boodschap- begroeten aan begin en eind
- stel jezelf voor (nombre, edad, nacionalidad)
- stel je gezin voor (nombre, relación, edad)
- korte beschrijving van huis
- minstens drie dingen uit buurt laten zien en vertellen
Woordenschat: presentarse, la casa, el barrio, las actividades, situarse
Grammatica: estar, tener, ser, hay, vergelijken