formatieve toets vocabulaire chapitre 1 F-N+N-F oktober 2021 P1 6e ed

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Wat betekent "Je suis"?

Wat betekent "la piscine"?

Wat betekent "pourquoi"?

Wat betekent "le copain"?

Wat betekent "le frère et la soeur"?

Wat betekent "il y a "?

Wat betekent"J'habite à Voorschoten"?

Wat betekent"Comment tu t'appelles"?

Wat betekent"C'est quoi"?

Wat betkent "C'est un chien"!

Wat betekent"ici"?

Wat betekent"les devoirs?

Wat betekent"cherche"?

Wat betekent "Je ne comprends pas"?

Hoe vertaal je "Het is een hond"?

1. Il a un chien?
2. C'est un chien?
3. C'est un chat?
4. C'est une soeur?

Hoe vertaal je "Ik heet Roos"?

1. Je m'appele Roos
2. je m apelle Roos
3. Je m'appelle Roos
4. Je m'appeles Roos

Hoe vertaal je"Waar woon je"?

1. Il hebaite où?
2. Tu habites ici?
3. Tu habittes ou?
4. Tu habites où?

Hoe vertaal je"Hallo, hoe gaat het"?

1. Salut, ça vas?
2. Bonjour, ca va?
3. Bonjour, ça va?
4. Bonjour, bien?

Hoe vertaal "Hoe heet jij"?

1. Comment tu tapeles?
2. Comment il appelles?
3. Comment tu t'appeles?
4. Comment tu t'appelles?

Hoe vertaal je"Ik vind leuk"?

Hoe vertaal je "maar"?

Wat is het tegenovergestelde van "grand"?

1. drôle
2. fou
3. petit
4. beau

Hoe vond je de toets gaan?