This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
WELCOME
3 Mavo
Slide 1 - Slide
Last week:
- Test about vocabulary chapter 3
- practise English exam 2021
Slide 2 - Slide
This week's goals:
- I can use adjectives and adverbs in a sentence
( bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden)
Slide 3 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord???
Slide 4 - Mind map
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin: The man drove in an old car.
Slide 5 - Open question
Welk woord is het bijwoord in deze zin: The man quickly jumped away from the car.
Slide 6 - Open question
Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord (adjective) zegt iets over een mens, plant, dier of ding (zelfstandig naamwoord; de, het, een).
Vaak gaat dit om uiterlijk of gedrag
I don't like the redskittles.
The old man was dancing on the street.
Slide 7 - Slide
Examples of adjectives
Een bijvoeglijk naamwoord zegt
dus iets van een
zelfstandig naamwoord.
Slide 8 - Slide
Zoek het bijvoeglijk naamwoord: Wow! Take a look at those dark clouds. It will rain soon!
A
take
B
dark
C
clouds
D
soon
Slide 9 - Quiz
Zoek het bijvoeglijk naamwoord: Hmmm. That smelly dog isn't friendly
A
smelly
B
dog
C
that
D
friendly
Slide 10 - Quiz
Zoek het bijvoeglijk naamwoord: Nobody likes the grumpy teacher!
A
nobody
B
likes
C
grumpy
D
teacher
Slide 11 - Quiz
Zoek het bijvoeglijk naamwoord: I am in love with my best friend.
A
love
B
friend
C
my
D
best
Slide 12 - Quiz
Maak een Engelse zin met een bijvoeglijk naamwoord.
Slide 13 - Open question
Bijwoorden
Een bijwoord (adverb) zegt iets over een werkwoord. Je kan dan vragen: Hoe doet iemand iets?
Voorbeeld: My father walks slowly. Voorbeeld: Our teacher talks clearly.
Een bijwoord kan ook iets zeggen over een bijvoeglijk naamwoord. Je kan dan vragen: Hoe sterk, lief, enz is iemand? Voorbeeld: My father is an incredibly strong man.
Slide 14 - Slide
Bijwoorden: +LY
Een bijwoord herken je vaak aan de letters - LY aan het einde van een woord.
loud - loudly silent - silently
sad - sadly
Slide 15 - Slide
Voorbeelden
He is walking quickly.
My mother is an extremelyterrible driver.
The bald man angrily hit the wall with his fist.
My sister sings beautifully.
Slide 16 - Slide
Zoek het bijwoord: She is an extremely nice girl
A
she
B
extremely
C
nice
D
girl
Slide 17 - Quiz
Zoek het bijwoord: Dave! I need your help! Come quickly!
A
need
B
come
C
quickly
D
help
Slide 18 - Quiz
Zoek het bijwoord: We get paid very badly.
A
We
B
paid
C
very
D
badly
Slide 19 - Quiz
Zoek het bijwoord: This is taking forever. The teacher always talks so slowly!
A
taking
B
forever
C
talks
D
slowly
Slide 20 - Quiz
Engelse bijwoorden
Slide 21 - Mind map
Bijvoeglijk naamwoord
Bijwoord
immensely
beautiful
amazing
loudly
soft
gently
strong
ugly
Slide 22 - Drag question
Leg het verschil uit tussen: That girl is beautiful That girl sings beautifully