AGK - 3A Hefbomen 4.6

4.6: Hefbomen






3A3 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

4.6: Hefbomen






3A3 

Slide 1 - Slide

Planning
  • Binnenkomst en planning bespreken
  • Uitleg over hefbomen
  • Opdrachten maken
  • Les afsluiten met korte quiz
  • Toets is op maandag 10 december.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les:
  • Weet je wat de arm van een kracht is
  • Weet je hoe je een moment moet berekenen van een kracht om een draaipunt
  • Kun je de momentenwet toepassen in verschillende situaties.
  • Kan je 3 voorbeelden noemen van hefbomen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hefboom
Een hefboom heeft:
  • Een draaipunt
  • Een korte arm (grote kracht)
  • Een lange arm (kleine kracht)

Slide 5 - Slide

Rekenen aan hefbomen
  • Bij een hefboom zijn er dus tenminste 2 krachten.
  • Hoe berekenen we nou deze krachten?
  • Om deze krachten te kunnen berekenen, moeten we een andere grootheid introduceren: arm.

Slide 6 - Slide

De arm van een kracht
Bij een hefboom heeft elke kracht en eigen arm.

''De arm van een kracht is de kortste afstand van de werklijn van de kracht tot aan het draaipunt''

Slide 7 - Slide

De arm van een kracht
De arm van een kracht is 
NIET gelijk aan de lengte van
de balk

Slide 8 - Slide

De arm van een kracht

Slide 9 - Slide

Rekenen aan hefbomen
  • Bij een hefboom heeft elke kracht zijn eigen arm.
  • We kunnen de grootte van de kracht en de lengte van de arm met elkaar vermenigvuldigen ---> het moment.
Hefboomregel: arm 1 * kracht 1 = arm 2 * arm 2
Oftewel: r 1 * F1 = r2 * F2    <---- Deze moet je onthouden.
arm is r, kracht is F
Oftewel: Moment 1 = Moment 2
Oftewel: M1 = M2

Slide 10 - Slide

Applet
https://phet.colorado.edu/sims/html/balancing-act/latest/balancing-act_nl.html

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
Opdrachten 41 t/m 45 op bladzijde 99 en 100
Opdrachten maak je in je schrift

Slide 12 - Slide

De arm van een kracht is altijd gelijk aan de lengte van de balk.
A
Onjuist
B
Juist

Slide 13 - Quiz

De arm van een kracht is
A
De afstand tussen twee krachten
B
De kortste afstand tussen draaipunt en kracht
C
De kortste afstand tot het draaipunt waarbij de kracht loodrecht op de arm staat.

Slide 14 - Quiz

Het moment van een kracht bereken je:
A
F1 + r1 = M1
B
F1 + r1 = M2
C
F1 * r1 = M2
D
F1 * r1 = M1

Slide 15 - Quiz

Het moment aan de ene kant van de wipwap en aan de andere kant van de wipwap
A
Is altijd even groot
B
Is niet altijd even groot

Slide 16 - Quiz

Noem 3 voorbeelden van hefbomen

Slide 17 - Mind map

Wat vind je nog moeilijk na 4.6?

Slide 18 - Open question

Wat gaat je goed af na de opgaven van 4.6

Slide 19 - Open question