Les : H5.2 Democratie in Nederland

Klassenplattegrond
Aanwezigheid noteren in Magister
Aanwezigheid
Docent
"Pak een pen en je schrift"
Lora
Luay
Sharon     Elisha      
Annika    Anna 
Esmee   Djenna
Nina                
 Binck      Lars
Madelief    Elin
 Ahmed   Rowan
Nyls        Mathijs
   Yindi                         Tess
Jary           Stan
Maud     Nikita
   Liane     
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Klassenplattegrond
Aanwezigheid noteren in Magister
Aanwezigheid
Docent
"Pak een pen en je schrift"
Lora
Luay
Sharon     Elisha      
Annika    Anna 
Esmee   Djenna
Nina                
 Binck      Lars
Madelief    Elin
 Ahmed   Rowan
Nyls        Mathijs
   Yindi                         Tess
Jary           Stan
Maud     Nikita
   Liane     

Slide 1 - Slide

Tijd: 5 min
H2a
Maak aantekeningen
Schrijf de belangrijkste informatie op in je schrift
Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)

Slide 2 - Slide

Tijd: 7 min
Handeling: De docent verwelkomt de leerlingen bij de deur en geeft aan dat ze hun mobiel in de telefoontas moeten doen. Daarna mogen de leerlingen in het lokaal gaan zitten. 
Verantwoording: 
Peter Teitler,  lessen in orde
Voorspelbaarheid in aandacht: Eerste stap in voorspelbaarheid in aandacht geven binnen mijn lessen (elke les de leerlingen verwelkomen bij de deur, mobieltjes in de telefoontas, etc.) (blz.79)

Maak contact:  (Bernes: 'weg naar een goede relatie') Door aan het begin van de les bij de deur te staan en de leerlingen te verwelkomen geef je de leerlingen het gevoel dat ze gezien zijn/ welkom zijn.  (blz. 47-48)

Gebruik maken van vaste patronen: door structuur aan te brengen binnen mijn lessen is het volgen Teitler makkelijker om orde te houden.

De vijf rollen van de leraar: gastheer (welkomsgevoel creëren en het idee dat ik alle leerlingen gezien heb bij binnenkomst)
_________________________________________


1). Benoem gedrag (hoe nu en daarna positief dat het goed is)

2). Hoe komt het dat jullie soms ...

3). Wat kan ik doen om dit te verbeteren?
 
(4--> consequentie)
Afspraken op het bord zetten (symbolen op A3)
Planning vandaag
1).  Quiz Bestuur van Nederland
2). De grondwet van 1848. En nu verder?
3). Aan de slag
4). Afsluiting
Aan het einde van deze week ...
  1. kun je benoemen aan de hand van drie voorbeelden wat er door de grondwet van 1848 in Nederland veranderde. 
  2. kun je uitleggen wat een parlementaire democratie is;
  3. Kun je aan de hand van drie gebeurtenissen uitleggen hoe                                      het kiesrecht in Nederland zich uitbreidde na 1848. 


Leerdoel:
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)
Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)

Slide 3 - Slide

Tijd: 1 min
Waar kwam Prins Willem Frederik in 1813 aan in Nederland?
A
Den Haag
B
Haarlem
C
Den Helder
D
Scheveningen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat werd Nederland in 1815?
A
Republiek
B
Keizerrijk
C
Monarchie
D
Oligarchie

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

In 1815 werd Willem Frederik koning van Nederland. Hoeveel macht kreeg de koning in Nederland?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

België werd in 1815 toegevoegd aan het Koninkrijk der Nederlanden. Waarom gingen in 1830 de Belgen in opstand tegen koning Willem I?
A
Koning Willem I besliste dat Belgen veel meer belasting moesten betalen dan de Nederlanders
B
Koning Willem I besliste alles zonder enig overleg. Belgen konden niet tegen deze manier van werken.
C
Koning Willem I had een mop vertelt over Belgen en die verkeerd viel.
D
Koning Willem I had België verplicht de Nederlandse taal te leren en het Vlaams afgeschaft werd.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

5.2 Democratie in Nederland
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)
Maak aantekeningen
Schrijf de belangrijkste informatie op in je schrift
Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)
Grondwet 1848 & gevolgen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Grondwet van 1848
  • Thorbecke: Liberale schrijver van onze eerste echte grondwet

  • Nieuwe wetten moesten door het parlement worden goedgekeurd. 

  • NL kreeg een Parlementair stelsel.

  • Deel vd mannelijke bevolking mocht stemmen. 
Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Maar wat veranderde na 1848 in Nederland?
1840 - 1848
NL: Monarchie
Ik ben het staatshoofd en de regeringsleider
Grondwet 1848
Niet de Koning, maar ministers zijn verantwoordelijk voor het beleid van de regering
NL: Constitutionele monarchie
Vanaf 1848
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)
Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)
Koning Willem II

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Maar wat veranderde na 1848 in Nederland?
1815 - 1848
Grondwet 1848
Vanaf 1848
Macht Koning:
  1. Ministers (kiezen, benoemen ontslaan)
  2. Kiezen leden 1e kamer
  3. Staatshoofd
  4. Regeringsleider
  5. Alleenrecht over:  Leger, Buitenlandse politiek en geld

Macht koning:
  1. Enkel staatshoofd
  2.  Kabinet gesteund                                                             worden door 50%+                                                       parlement


Macht parlement:
  1. Nieuwe wetten goedkeuren / afkeuren
  2. Uitgaven regering goedkeuren / afkeuren
  3. Regering controleren

Regeringsleider: Minister president

Kabinet/ministerraad: Gezamenlijke minister

Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Uitbreiding kiesrecht
  • 1848: Alleen rijke mannen.
  • 1887: Kwart van de mannen.
  • 1896: Helft van de mannen.
  • 1917: Alle mannen 18+
  • 1919: Alle vrouwen 18+

NL= Parlementaire democratie
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)
Maak aantekeningen
Schrijf de belangrijkste informatie op in je schrift
Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opdracht Grondwet
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)
Maak aantekeningen
Schrijf de belangrijkste informatie op in je schrift
Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)
Maak nu twee keer een top-5:

1. Een top-5 van artikelen die jullie het meest belangrijk vinden.

2. Een top-5 van artikelen waarvan jullie denken dat die in 1848 in onze grondwet zijn gekomen.

Je mag een artikel twee keer gebruiken.
Schrijf de gekozen artikelen op een groot vel papier. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Link

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Bij een vraag steek je hand op
(roep dus niet door de klas)
Maak aantekeningen
Schrijf de belangrijkste informatie op in je schrift
Je bent stil en luistert naar elkaar
(tenzij de docent jou de beurt geeft)
Monarchie (Koninkrijk)
Constitutionele monarchie
Koning
Parlement
1. Ministers (koos, benoemen, ontslaan)
1. Nieuwe wetten goedkeuren
2. Kiezen leden 1e kamer 
2. Uitgaven regering goedkeuren of niet
3. Staatshoofd
3. Regering controleren 
4. Regeringsleider

Koning staatshoofd, maar geen regeringsleider
Leger, buitenlandse politiek, kolonies en geld 
Regeringsleider = Minister president
Kabinet/ministerraad:
Gezamenlijke ministers
1815 - 1848
Na 1848
Bestuursvorm
Machthebber
Welke macht heeft deze machthebber:
Alleenrecht over:
Bestuursvorm
Machthebber
Welke macht heeft deze machthebber:
Rol koning:

.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions