2021 Week 12 BK1

Week 12 Duits

Doelen van deze week:
- je kent (opnieuw) de Duitse persoonlijke voornaamwoorden
- je kent de werkwoordsvormen van haben en sein
- je kent de werkwoordsvormen van zwakke werkwoorden
- je kent de bovengenoemde vormen toepassen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Week 12 Duits

Doelen van deze week:
- je kent (opnieuw) de Duitse persoonlijke voornaamwoorden
- je kent de werkwoordsvormen van haben en sein
- je kent de werkwoordsvormen van zwakke werkwoorden
- je kent de bovengenoemde vormen toepassen

Slide 1 - Slide


Huiswerk:
- Slim stampen K4 § E. Overhoren kies A
Score moet minimaal 80% zijn. Screenshot met score inleveren bij de opdracht in Teams. Inleveren uiterlijk vrijdag 26 maart 15.00uur
- Opdrachten K4 § E 18 t/m 20

Dit huiswerk kun je maken in de lessen die deze week gepland staan. Tijdens de lessen heb je hier genoeg tijd voor; benut die tijd

Slide 2 - Slide

Kies de juiste duitse vertaling van

jij
A
er
B
sie
C
es
D
du

Slide 3 - Quiz

kies de juiste duitse vertaling van:

jullie
A
wir
B
ihr
C
sie
D
Sie

Slide 4 - Quiz

Noteer de juiste Duitse persoonlijke voornaamwoorden

Slide 5 - Mind map

ich
du
hij
u
wij hebben
sie haben
jullie zijn
ik
jij
er
Sie
wir haben
zij hebben
ihr seid

Slide 6 - Drag question

Vertaal naar het Duits

ik ben

Slide 7 - Open question

Vertaal naar het Duits:

jullie hebben

Slide 8 - Open question

Vertaal naar het Duits:

jullie zijn

Slide 9 - Open question

In Kapitel 1 en 2 hebben we behandeld:
- persoonlijk voornaamwoord (ich, du enz. enz.)
- werkwoord sein ( ich bin, du bist enz. enz)
- werkwoord haben ( ich habe, du hast enz. enz)

K4 gaat over het vervoegen van werkwoorden in tegenwoordige tijd (en dan vooral zwakke werkwoorden)
Belangrijk is dat je de Grammatik van K1 en K2 kent en/of opnieuw leert want dit komt terug op de toets van K4. 

Slide 10 - Slide

Wat is een zwak werkwoord?

Een zwak werkwoord is een werkwoord waarbij de klinker niet veranderd in de tegenwoordige en verleden tijd.
Voorbeeld:
spelen                                                    wonen 
tegenwoordige tijd: ik speel            ik woon
verleden tijd           :   ik speelde       ik woonde

Slide 11 - Slide

In de Duitse taal is dat hetzelfde
- geen klinkerverandering bij tegenwoordige en verleden tijd

K1 werkwoord:
spielen         ich spiele             ich spielte

K2 werkwoord 
wohnen      ich wohne           ich wohnte

Bekijk nu de video op de volgende slide

Slide 12 - Slide

Voor de uitleg heb ik het werkwoord "machen".

Ich mach-e die Hausaufgaben
Mach-st du die Hausaufgaben
Er/sie/es  mach-t die Hausaufgaben

Mach-en wir die Hausaufgaben
Ihr mach-t die Hausaufgaben
Mach-en sie/Sie die Hausaufgaben

Slide 13 - Slide

Samenvattend:

Stam werkwoord = werkwoord zonder (e)n
De stam van machen = mach...
                                                      uitgang
ich               i                    wohn  - e
du               d                   wohn  - st
er/sie/es     e                   wohn  - t
wir              w                  wohn  - en
ihr                i                   wohn   - t
sie/Sie         s                   wohn  - en


Slide 14 - Slide

Als je dit onder elkaar zet:

                 i    d    e    w    i    s
       
                 e  st    t    en   t    en

Slide 15 - Slide

De stam van een Duits werkwoord maak je door:

Slide 16 - Open question

Kies de juiste uitgang:

ich spiel....
A
e
B
t
C
st
D
en

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste uitgang:

er/sie/es komm....
A
e
B
t
C
en
D
st

Slide 18 - Quiz

Kies de juiste uitgang:

wir lieb........
A
e
B
t
C
en
D
st

Slide 19 - Quiz

kies de juiste uitgang:

ihr mach...
A
e
B
t
C
st
D
en

Slide 20 - Quiz



Samenvattend:
K4 Grammatik gaat over:
- persoonlijke voornaamwoord "idewis"
- uitgangen werkwoord              "esttenten"


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Slide 24 - Video