What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 1 woordenschat
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we de komende periode doen?
2 lesuren in de week: maandag online en woensdag op school
Online: werken aan uitbreiding
woordenschat
Op school: toets bespreken/toets herkansen
Op school: voorbereidingen treffen voor laatste PTA-toets:
Spreekvaardigheid
Slide 2 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
We gaan beginnen met woordenschat!!
Leerdoelen:
- Je begrijpt de betekenis van verschillende examenwoorden
- Je weet wat een homoniem is
- Je weet wat een homofoon is
Slide 3 - Slide
Op een schaal van 1 - 10, gebruik jij vaak moeilijke woorden?
0
100
Slide 4 - Poll
Op een schaal van 1-10, gebruik je vaak verschillende woorden/zinnen om je uit te drukken?
0
100
Slide 5 - Poll
Hoe beoordeel je je eigen woordenschat?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 6 - Poll
Theorie:
Als je een woord leest dat je niet kent:
Lees een stukje terug of verder en kijk of het woord wordt uitgelegd
Kijk naar bekende stukjes in het woord
Kijk naar plaatjes bij de tekst
Vraag de betekenis of zoek de betekenis op in het woordenboek
Slide 7 - Slide
Welk bekend stukje zie je in het woord: persoonlijk?
Slide 8 - Open question
Welk bekend stukje zie je in het woord: zakelijk?
Slide 9 - Open question
Welk bekend stukje zie je in het woord samenhangend?
Slide 10 - Open question
Bo stuurde zijn oma een PERSOONLIJKE mail. Daarin vertelde hij dat hij zich rot voelde over de ruzie met Dennis.
A
meer op feiten gericht en minder op personen
B
meer op personen gericht en wat minder op feiten
Slide 11 - Quiz
Een keer per jaar voert de manager een ZAKELIJK gesprek met zijn medewerkers.
A
meer op feiten gericht en wat minder op personen
B
meer op personen gericht en wat minder op feiten
Slide 12 - Quiz
Het lukt de verwarde vrouw niet om een SAMENHANGEND verhaal te vertellen. Ze haalt van alles door elkaar en is niet te volgen.
A
wat met elkaar te maken heeft
B
samen met anderen
Slide 13 - Quiz
Wat bedoelt het meisje met
een HARING?
A
een kleine, zilvergrijze vis die veel gegeten wordt
B
een pin die je in de grond steekt om iets vast te zetten
Slide 14 - Quiz
Het woord LOPER kent 3 betekenissen. Welke betekenis wordt hier bedoeld?
Voor hoog bezoek wordt de rode LOPER uitgerold.
A
B
C
Slide 15 - Quiz
Het landgoed rond het SLOT is gratis te bezoeken.
A
einde van een verhaal
B
kasteel
C
sluiting, meestal met een sleutel
Slide 16 - Quiz
Elke dag staat er wel een file op de RING van Antwerpen.
A
rondweg
B
ruimte met touwen erom, waar boksers vechten
C
sieraad om vinger
Slide 17 - Quiz
Welke 2 betekenissen heeft
het woord: LIJST?
Slide 18 - Mind map
Theorie: Homoniemen
Veel woorden hebben maar 1 betekenis. Er zijn ook woorden die meer dan 1 betekenis hebben. Zo'n woord noem je een homoniem.
Slide 19 - Slide
Theorie: Homofonen
Er zijn ook woorden die hetzelfde klinken, maar die je anders schrijft. Zulke woorden noem je homofonen.
Voorbeeld:
Mijn tante lacht altijd
hard
. --> hard = luid
Mijn hart klopt heel snel. -->
hart
= orgaan in je lijf
Slide 20 - Slide
Welke homofonen worden hier
gebruikt? Schrijf de hele
werkwoorden op.
Slide 21 - Open question
Heb jij gehoord wat de leraar zei/zij?
A
zei
B
zij
Slide 22 - Quiz
Ik lag/lach altijd om de grapjes van Mirko.
A
lag
B
lach
Slide 23 - Quiz
De verkopers vinden ons bod/bot op hun huis te laag.
A
bod
B
bot
Slide 24 - Quiz
Doe je het licht/ligt uit als je weggaat?
A
licht
B
ligt
Slide 25 - Quiz
Mijn oma leidt/lijdt aan een nare ziekte.
A
leidt
B
lijdt
Slide 26 - Quiz
Saar maakt haar huiswerk het liefst in haar eendje/eentje.
A
eendje
B
eentje
Slide 27 - Quiz
Ik weet hoe ik achter de betekenis kan komen van lastige woorden
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 28 - Poll
Ik kan een homofoon herkennen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 29 - Poll
Ik kan een homoniem herkennen
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 30 - Poll
Ik kan een homoniem herkennen
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 31 - Poll
More lessons like this
Blok 1&2 Over taal (vanaf opdracht 5)
June 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
5 blok 1 woordenschat
September 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3,4
Woordenschat H4 - Extra oefenen
January 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
1.10 Homoniemen en homofonen
October 2023
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,3
Les voor de toets Blok 1&2
June 2024
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Homoniemen en homofonen
September 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,3
Homoniemen en homofonen
September 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,3
do 28 sept homoniemen en homofonen
February 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3