Voorbehoedsmiddelen
1 / 17
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Welke van de besproken voorbehoedsmiddelen bescherm ook tegen Soa's?
Ja
Nee
De Pil
Pessarium
Condoom
NuvaRing
Sterilisatie
Spiraaltje
Prikpil
Slide 2 - Drag question
This item has no instructions
Wat hoort bij elkaar?
(Willen jullie meer leren over voorbehoedsmiddelen?
Ga dan naar de extra les "Voorbehoedsmiddelen!")
prikpil
condoom
spiraaltje
de pil
Slide 3 - Drag question
Extra les: Voorbehoedsmiddelen.
Welk voorbehoedsmiddel voorkomt op welke manier een zwangerschap?
Slide 4 - Drag question
This item has no instructions
Wat is anticonceptie?
A
Zorgen dat je geen SOA kan krijgen
B
Zorgen dat je niet zwanger kan raken
C
Zorgen dat je geen huid op huid contact hebt
D
Zorgen dat je onvruchtbaar bent
Slide 5 - Quiz
This item has no instructions
Wat is een periodieke onthouding?
A
Een periode wanneer een vrouw ongesteld wordt..
B
Wanneer er geen geslachtsgemeenschap plaats vindt.
C
Weet ik niet meer.
D
Wanneer een vrouw vruchtbaar is.
Slide 6 - Quiz
This item has no instructions
Periodieke onthouding
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar
Slide 7 - Quiz
This item has no instructions
coïtus interruptus, wat is dat?
A
Geslachtsgemeenschap waarbij de man klaarkomt
B
vroegtijdig terugtrekken van de penis uit de vagina, voordat de zaadlozing plaatsvindt
C
Geslachtsgemeenschap waarbij een condoom gebruikt wordt
D
Periodiek onthouding
Slide 8 - Quiz
This item has no instructions
Is coïtus interruptus een veilige van anticonceptie?
A
veilig
B
niet veilig
Slide 9 - Quiz
This item has no instructions
Waarom is coïtus interruptus onbetrouwbaar
A
In het voorvocht zitten al wat zaadcellen
B
jongens zijn vaak te laat met het terugtrekken
Slide 10 - Quiz
This item has no instructions
Waarvoor is de morning-after pil?
A
Om een zwangerschap te voorkomen
B
Om een soa te voorkomen
C
Om een zwangerschap en een soa te voorkomen
Slide 11 - Quiz
This item has no instructions
wat is abortus?
A
zwanger raken
B
kind adopteren
C
zwangerschapsafbreking
D
niet zwanger kunnen raken
Slide 12 - Quiz
This item has no instructions
Wat is geen abortusmethode
A
abortuspil
B
zuigcurretage
C
vruchtwaterpunctie
Slide 13 - Quiz
This item has no instructions
Tot wanneer kan je abortus doen?
A
Tot 6 weken na de bevruchting
B
tot 15 weken na de bevruchting
C
tot 21 weken na de bevruchting
D
tot 12 weken na de bevruchting
Slide 14 - Quiz
This item has no instructions
Wat is een SOA?
A
Seksueel overdraagbare acties
B
een vorm van griep
C
seksueel overdraagbare aandoening
D
een vorm van verkoudheid
Slide 15 - Quiz
This item has no instructions
Welke soa wordt/welke soa's worden veroorzaakt door bacteriën?
A
Chlamydia
B
Hepatitis B
C
Herpes genitalis
D
HIV
Slide 16 - Quiz
This item has no instructions
Welke soa wordt/welke soa's worden veroorzaakt door een virus?
A
Chlamydia
B
Aids
C
Herpes genitalis
D
Genitale wratten
Slide 17 - Quiz
This item has no instructions
