1. PGL - professioneel handelen

1 / 24
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Programma
  • Wat is een grondhouding/beroepshouding?

  • Aspecten van de beroepshouding
  • Beroepscode
  • Beroepsgeheim
  • Reflecteren 
  • Leerstijlen van Kolb
  • Leerstijlentest

Slide 3 - Slide

Grondhouding
We noemen je grondhouding een attitude. Een attitude bestaat uit wat je weet (kennis), wat je voelt (emotie) en wat je zult doen (handelen). De attitude van een persoon blijkt dan uit de manier waarop deze zich gedraagt. Je attitude wordt gevormd door: karaktereigenschappen, opvoeding, invloed van anderen, kennis, levenservaring. 

Een aantal aspecten speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van een goede grondhouding. Het gaat om luisteren, belangstelling en respect tonen, empathie en distantie, acceptatie, echtheid. Je grondhouding is van invloed op je beroepshouding. 

Slide 4 - Slide

Wat is een beroepshouding?
Een beroepshouding is de manier waarop je jezelf gedraagt op de werkvloer. De eigenschappen waarover iemand dient te beschikken om zijn beroep goed uit te voeren.


Slide 5 - Slide

Aspecten van de beroepshouding
  • Betrokkenheid tonen
  • Respect tonen
  • Eigen grenzen bewaken
  • Echtheid
  • Integer zijn
  • Representatief zijn
  • Verantwoordelijkheid dragen over eigen taken
  • Handelend optreden
  • Geduld uitoefenen 

Slide 6 - Slide

Opdracht
1. Bekijk het schema met alle aspecten van de beroepshouding. 
2. Bedenk voor jezelf waar liggen je sterke kanten.
3. Bedenk voor jezelf welke aspecten nog aandacht nodig hebben.
4. Bespreek dit met je buurman of buurvrouw. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Beroepscode
1. Waar kan je deze vinden?
2. Heb je deze al eens geïnformeerd of zou je deze kunnen gebruiken bij een situatie in de praktijk? 

Slide 10 - Slide

BEROEPSCODE
Dit is een leidraad waarin staat waar de beroepsgroep voor staat en welke waarden en gedragsregels zij in hun beroepsuitoefening belangrijk vinden.

De beroepscode geeft een duidelijke en inhoudelijke richting voor de beroepskrachten MZ in de maatschappelijke zorg.



Slide 11 - Slide

Beroepsgeheim
Het beroepsgeheim betekent dat je moet zwijgen over alles wat je bij de uitoefening van je beroep over de patiënt te weten bent gekomen. Het beroepsgeheim zorgt voor een vrije toegang tot de zorg en is bedoeld om de patiënt en de samenleving te beschermen.

Slide 12 - Slide

Wat mag je WEL doen bij je beroepsgeheim?
A
Dossiers laten slingeren op de afdeling
B
In openbare ruimtes over cliënten praten met collega's
C
Informatie over de cliënt delen met het netwerk van de cliënt
D
Met andere cliënten praten over problemen van een cliënt

Slide 13 - Quiz

Reflecteren

- Terugkijken op je handelen
- Leren van wat je goed deed en van wat beter kan
- Professionele en persoonlijke ontwikkeling


Slide 14 - Slide

Zelfonderzoek!

Opzoek naar jouw leerstijl.

Slide 15 - Slide

Leerstijlen van Kolb
Kolb beschrijft 4 leerstijlen waarin hij beschrijft op welke manier iemand het beste leert.
Iedereen heeft zijn/haar eigen voorkeur voor een leerstijl!

Leercyclus van Kolb bestaat uit 4 leerstijlen:
Dromen, Denken, Beslissen & Doen






Slide 16 - Slide

Voorkeur van jouw Leerstijl

Wat is jouw leervoorkeur?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Dromer
tussen concreet (voelen) en reflectief (kijken)
De dromers blinken uit in hun grote voorstellingsvermogen en het bedenken van nieuwe ideeën. Kenmerken:
  • Grote verbeeldingskracht
  • Kunnen vanuit verschillende 'brillen' kijken in een concrete situatie
  • Vaak interesse voor persoonlijke aspecten; emotie 
  •  Creatief & fantasie

Leervoorkeur = waarnemen (kijken) & denken (analyseren)
 

Slide 19 - Slide

Denker
tussen reflectief (kijken) en abstract (denken)
De denkers blinken uit in het analytisch vermogen. Kenmerken:
  •  Krachtig analytische vermogen; redeneren logisch
  •  Gericht op informatie, feiten en begrippen die nodig zijn om een  onderwerp te begrijpen. Daarbij zoekend naar logische samenhang en een intellectuele uitdaging. 
  • Minder gericht op praktisch gebruik van de theorie

Leervoorkeur = waarnemen (kijken) & denken (analyseren) 

Slide 20 - Slide

Beslisser
tussen abstract (denken) en actief (doen)
De beslissers blinken uit in situaties waar één antwoord of oplossing nodig is om kwesties op te lossen. Kenmerken:
  • Praktische vertaling maken van ideeën; van de theorie in de praktijk
  • Probleemoplossend denken en gericht op oplossingen
  • Gericht op één oplossing voor één probleem
  • Regelen soms liever zaken zonder mensen dan met mensen
  • Hebben het lef om nieuwe wegen in te slaan
Leervoorkeur = Toepassen & beslissen 

Slide 21 - Slide

Doener
tussen actief (doen) en concreet (voelen)
De doeners blinken uit in het zich onmiddellijk aanpassen aan nieuwe situaties en zijn gericht op het opdoen van nieuwe ervaringen. Kenmerken:
  • Uitvoeren van plannen en experimenten
  • Experimenteren met nieuwe dingen waarbij kansen worden gezocht en risico’s genomen
  • Interesse is bij de doener vaak intuïtief en gericht op actie & invloed
  • Makkelijk omgaan met mensen en soms ongeduldig
Leervoorkeur = actief ervaren van situaties

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wat neem je mee?
- Wat neem je mee uit deze workshop?
- Wil je iets nader onderzoeken?

Slide 24 - Slide