WIE WAT WAAR

• NT2
• MBO
• Studiejaar 2

WIE, WAT, WAAR

VRAAG: _____ ben jij?
ANTWOORD: Ik ben Marian

1. Waar
2. Wie
3. Wat
4. Wanneer

VRAAG: _____ woon jij?
ANTWOORD: Ik woon in Den Haag

1. Wanneer
2. Wie
3. Wat
4. Waar

VRAAG: _____ hoor je?
ANTWOORD: Ik hoor een auto.

1. Waarom
2. Wat
3. Wie
4. Waar

VRAAG: ______ kom je vandaan?
ANTWOORD: Ik kom uit Spanje.

1. Wat
2. Waarom
3. Wie
4. Waar

Ze hebben een groot ______
Ze hebben 5 kinderen.

1. hier
2. leuk
3. gezin
4. mooi

Ik woon in Zaandam.
_____ ! Ik woon ook in Zaandam.

1. Groot
2. Geen
3. Meisle
4. Leuk

Ik ben Julia Perez.
Ik kom _____ Peru.

1. daar
2. hier
3. naar
4. uit

Hoe gaat het ____ je?
Het gaat goed.

1. naar
2. op
3. met
4. uit

Waar woon jij?
Ik woon _____ Nederland.

1. aan
2. op
3. in
4. uit

Jan en Anna ____ getrouwd.

1. is
2. naar
3. zijn
4. met

Ik ____ een vrouw.

1. is
2. bent
3. zijn
4. ben

Jij _____ mijn oma.

1. is
2. zijn
3. bent
4. ben

Hij ____ een man.

1. bent
2. zijn
3. ben
4. is