Hoofdstuk 4: Paragraaf 2

Hoofdstuk 4: Industriële revolutie
Paragraaf 2: De Industriële samenleving
1 / 26
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: Industriële revolutie
Paragraaf 2: De Industriële samenleving

Slide 1 - Slide

Wat gaan wij vandaag doen?
Terugblik
Leerdoelen
Instructie
Aan de slag!
Afsluiting
Bron 1: Arbeiders voor de fabriek van Prévinaire (Noord-Hollands Archief)

Slide 2 - Slide

Studiewijzer
d
Week 14
Lesdoel
Opdracht
1 april t/m 5 april 2024
Je kunt uitleggen hoe de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders waren.

Je kunt uitleggen wat een klassenmaatschappij is en hoe deze verschilde van een standenmaatschappij

Je kunt enkele belangrijke uitvindingen noemen die in de 19de eeuw werden gedaan

Je kunt uitleggen hoe de wetenschap zich in de 19de eeuw ontwikkelde.
Lees: Paragraaf 2, hoofdstuk 4

Maak: Opgave 1 + 4 t/m 14.
Leerdoelen

Slide 3 - Slide

A: Werken en wonen
Werkomstandigheden in de fabrieken waren slecht:
  • Lonen zo laag mogelijk
  • Lange werkdagen
  • Smerige lucht
  • Luidruchtige machines
  • Gevaarlijk werk

Wilde je protesteren?
  • Ontslagen worden
Bron 2: Kinderen in een fabriek (Lewis Hine, 1908)

Slide 4 - Slide

A: Werken en wonen
De woonomstandigheden waren vaak niet beter.

Oorzaak: 
  • Gebrek aan vervoersmiddelen
  • Rondom fabrieken urbanisatie

Bron 3: In de 19e eeuw waren de Britse industriesteden grotendeels in rook gehuld. Dit is Stoke-on-Trent.

Slide 5 - Slide

A: Werken en wonen
De woonomstandigheden waren vaak niet beter.
  • Donkere, piepkleine huizen
  • Huizen dicht op elkaar
  • Smalle straten
  • Vervuiling door de fabrieken
  • Vuilnis op straat

Bron 4: Ziektes maakten vaak veel slachtoffers. Grafiek sterftegevallen door ziekte in België. 

Slide 6 - Slide

B: De klassenmaatschappij
Vóór 1800:
Handelskapitalisme

Ná 1800:
Kapitalisme
''Economisch systeem waarin ondernemers vooral winst maken met de productie van goederen, waarbij ze zo min mogelijk worden gehinderd door wetten en regels.''
Bron 5: Time Square in New York is een icoon van het kapitalisme. 

Slide 7 - Slide

B: De klassenmaatschappij
De samenleving veranderden in klassen i.p.v. standen.

  • Klassenmaatschappij
Gebaseerd op welvaart
Je kan stijgen en dalen
Bron 6: De 1e en 2e klasse in de trein is een overblijfsel van de klassenmaatschappij uit de 19de eeuw.

Slide 8 - Slide

B: De klassenmaatschappij
Welke klassen zijn er?

  • Ondernemersklasse: Rijke ondernemers,
  • Middenklasse: Winkeliers, docenten, kantoorpersoneel
  • Arbeidersklasse: Medewerkers van de fabriek, de armste in de maatschappij

Slide 9 - Slide

Terugblik
Schrijf 1 t/m 3 op in je schrift.

Schrijf pér afbeelding op.
1. Welke klasse zie je?
2. Waar zie je dat aan?
3. Hoe waren hun leefomstandigheden?

Slide 10 - Slide

Afbeelding 1. 

Slide 11 - Slide

Afbeelding 2.

Slide 12 - Slide

Afbeelding 3.

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
Lees: Paragraaf 2, hoofdstuk 4

Maak: Opgave 1 + 4 t/m 14 van paragraaf 2, hoofdstuk 4.

Klaar?
  • Samenvatten, begrippen leren, leerdoelen uitwerken
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Terugblik paragraaf 2
  • Stiftenopdracht
  • Je krijgt met je klas 2 minuten de tijd om op het bord zo veel mogelijk op de schrijven over:
  • De Oorzaken en gevolgen van de Franse Revolutie

Je mag stiften doorgeven, maar niet gooien.
Als je klaar bent ga je zitten.
Op het einde bespreken we de opdracht. 

timer
2:00

Slide 15 - Slide

Hoofdstuk 4: Industriële revolutie
Paragraaf 2: De Industriële samenleving

Slide 16 - Slide

Wat gaan wij vandaag doen?
Terugblik
Leerdoelen
Instructie
Aan de slag!
Afsluiting
Bron 1: Arbeiders voor de fabriek van Prévinaire (Noord-Hollands Archief)

Slide 17 - Slide

Studiewijzer
d
Week 14
Lesdoel
Opdracht
1 april t/m 5 april 2024
Je kunt uitleggen hoe de werk- en leefomstandigheden van de arbeiders waren.

Je kunt uitleggen wat een klassenmaatschappij is en hoe deze verschilde van een standenmaatschappij

Je kunt enkele belangrijke uitvindingen noemen die in de 19de eeuw werden gedaan

Je kunt uitleggen hoe de wetenschap zich in de 19de eeuw ontwikkelde.
Lees: Paragraaf 2, hoofdstuk 4

Maak: Opgave 1 + 4 t/m 14.
Studiewijzer

Slide 18 - Slide

D: Nieuwe wetenschappen
Vóór 1800:
  • Nadenken samenleving bestemd voor filosofen

Ná 1800:
  • Nadenken samenleving ook bestemd voor wetenschappers
  • Geleerden gaan meten en tellen



 

Slide 19 - Slide

D: Nieuwe wetenschappen
Welke nieuwe wetenschappen ontstaan er?
  • Economie 

Adam Smith ''Wealth of Nations''
  • Basis economie
  • Weinig overheid bemoeienis
Bron 2: Portret van Adam Smith, de grondlegger van de economie

Slide 20 - Slide

D: Nieuwe wetenschappen
Welke nieuwe wetenschappen ontstaan er?
  • Sociologie (hoe werkt de samenleving?)
  • Psychologie (hoe werkt de menselijke geest?)
  • Psychiatrie (de studie van geestesziekte)
  • Geschiedenis (de studie naar het verleden)
Bron 3: De Engelse koning George III had last van mentale problemen. Mensen begonnen na te denken over de mentale gezondheid van mensen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

D: Nieuwe wetenschappen
Welke nieuwe wetenschappen ontstaan er?
  • Darwinisme

Wetenschappelijke leer van Charles Darwin die een verklaring geeft voor de evolutie van plant- en diersoorten.
Bron 4: Charles Darwin in 1869

Slide 23 - Slide

https://schooltv.nl/video-item/galapagos-in-de-klas-evolutie

Slide 24 - Slide

C: Nieuwe uitvindingen
Je kunt enkele belangrijke uitvindingen noemen die in de 19e eeuw werden gedaan

  • Ga opzoek naar de verschillende nieuwe uitvindingen in de leertekst.
  • Noteer deze in een wordbestand op je laptop
  • Zoek er een afbeelding bij en plak deze in het bestand

Slide 25 - Slide

Aan de slag!
Lees: Paragraaf 2, hoofdstuk 4

Maak: Opgave 1 + 4 t/m 14 van paragraaf 2, hoofdstuk 4.

Klaar?
  • Samenvatten, begrippen leren, leerdoelen uitwerken
timer
5:00

Slide 26 - Slide