1. de wind laat de wieken draaien. de wieken zitten vast aan een as. het draait langzaam rond: lagesnelheidsas
2. de tandwielen zorgen er voor dat het aantal omwentelingen wordt vergroot. dit zit vast aan de hogesnelheidsas
3. deze as drijft de generator aan
4. de transformator zorgt er voor dat de spanning omhoog wordt getransformeerd naar 10 000 V