This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.
Items in this lesson
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Wat we gaan doen:
Formuleren:
We herhalen kort de theorie achter samentrekkingen en maken enkele oefeningen hierbij.
Je leert dat zinnen altijd symmetrisch moeten zijn en hoe je een zin zo moet maken
Je leert hoe onoverzichtelijke zinnen ontstaan en wat je moet doen om ze overzichtelijk te maken.
Slide 2 - Slide
Samentrekkingen
Bij een samentrekking kort je een zin in. Overbodige zinsdelen (omdat zij meerdere keren in een zin worden genoemd), laat je weg.
Maike gaat naar de stad en Maike gaat dan naar haar oma
Maike gaat naar de stad en daarna naar haar oma. ('Maike gaat' wordt twee keer overbodig genoemd en wordt weggelaten in de nieuwe zin.)
Slide 3 - Slide
Je mag op 3 momenten samentrekken:
Als het gedeelte dat je weglaat dezelfde functie heeft als het gedeelte dat blijft staan (in beide delen bijvoorbeeld een lijdend voorwerp)
Als het gedeelte dat je weglaat dezelfde vorm heeft als het gedeelte dat blijft staan (enkelvoud / meervoud)
Als het gedeelte dat je weglaat dezelfde betekenis heeft als het gedeelte dat blijft staan.
Slide 4 - Slide
Symmetrie
Symmetrische zinnen zijn wat langere zinnen die gelijk zijn opgebouwd. Als je in een 'spiegel' zou kijken, zo de zin gespiegeld dezelfde opbouw moeten hebben. Voorbeeld:
Voorbeeld 1: Ik loop elke dag tien kilometer hard voor mijn conditie en voor de lijn.
Door in beide gedeeltes van de zin het woordje 'voor' te gebruiken, zorg je voor dezelfde opbouw.
Slide 5 - Slide
Voorbeeld 2:
Men zegt dat het veel gaat regenen, maar men zegt zoveel.
Als je in het eerste gedeelte 'men' als onderwerp pakt, pak je 'men' ook in het tweede gedeelte als onderwerp.
In de volgende dia's bespreken we zinnen die niet symmetrisch zijn en hoe je deze moet verbeteren
Slide 6 - Slide
Geen symmetrie:
Het is noodzakelijk om streng te controleren op belastingfraude en dat er aan oplichters flinke boetes worden uitgedeeld.
In het eerste gedeelte wordt de opsomming gestart met 'om te' maar in het tweede gedeelte staat dat niet.
Goede zin (2 mogelijkheden):
Het is noodzakelijk om streng te controleren op belastingfraude en om flinke boetes uit te delen aan oplichters.
Het is noodzakelijk dat er streng gecontroleerd wordt op belastingfraude en dat er aan oplichters flinke boetes worden uitgedeeld.
Voor extra uitleg bekijk je de presentatie in de volgende dia.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Onoverzichtelijke zinnen
In sommige zinnen staan bepaalde zinsdelen die eigenlijk bij
elkaar horen te ver uit elkaar. Zo wordt een zin onoverzichtelijk en verandert de betekenis (wat soms hilarisch kan zijn).
De auto reed tegen een boom waarin drie dames zaten.
Het vliegtuig vloog door de wolken met slechts enkele passagiers.
Volgende week denkt de weervrouw dat het ‘s nachts niet meer zal vriezen.
Slide 9 - Slide
De 3 zinnen in de vorige dia gaan we nu herformuleren tot een juiste zin. Delen die bij elkaar horen, zetten we dichter bij elkaar in de zin.
Zin 1: De auto reed tegen een boom waarin drie dames zaten. (Nu zitten er drie dames in de boom, die horen inderdaad in de auto te zitten. Zet 'drie dames' dus bij 'de auto'.)
Juiste zin: De auto waarin drie dames zaten reed tegen een boom.
Het vliegtuig vloog door de wolken met slechts enkele passagiers.
Volgende week denkt de weervrouw dat het ‘s nachts niet meer zal vriezen.
Slide 10 - Slide
Zin 2: Het vliegtuig vloog door de wolken met slechts enkele passagiers. (Nu bevatten de wolken slechts enkele passagiers)
Juiste zin: Het vliegtuig met slechts enkele passagiers vloog door de wolken.
Ook juist: Het vliegtuig vloog met slechts enkele passagiers door de wolken. --> 'met slechts enkele passagiers' staat in deze zin nog steeds dicht bij 'het vliegtuig' en levert geen betekenisverschil op.
Volgende week denkt de weervrouw dat het ‘s nachts niet meer zal vriezen.
Slide 11 - Slide
Zin 3: Volgende week denkt de weervrouw dat het ‘s nachts niet meer zal vriezen.(Nu denkt de weervrouw dit over een week, maar 'volgende week' hoort niet bij het denken maar bij het vriezen.)
Juiste zin: De weervrouw denkt dat het volgende week ‘s nachts niet meer zal vriezen.
Of:
Volgende week zal het 's nachts niet meer vriezen, denkt de weervrouw.
Slide 12 - Slide
Leerstof voor onderdeel formuleren:
congruentie / incongruentie
Contaminatie
Onjuiste herhaling
Tautologie
Pleonasme
Contaminatie
Dat/als-constructie
Dubbele ontkenning
foutieve verwijswoorden
foutieve samentrekking
symmetrie
beknopte bijzinnen
inversie
onoverzichtelijke zinnen
verkeerd woordgebruik
De gekleurde onderdelen zijn behandeld.
Slide 13 - Slide
Oefenen.......
Met de kennis die je nu hebt, zou je de volgende oefeningen moeten kunnen maken in Drive --> formuleren:
oefening 3: congruentie en samentrekkingen
oefening 5: diverse fouten
oefening 6: diverse fouten
oefening 7: diverse fouten
Slide 14 - Slide
Afsluiting
Huiswerk volgende week:
Leesboek meenemen
Je hebt de dia's uit deze les afgerond en komt met gerichte vragen tijdens de volgende les (voor zondagavond 20.00 mailen).