V5 les 7 liquiditeits-en resultatenbegroting 2

Begintaak
Vul het
 schema in
Eerst voor jezelf (5 min)
Vergelijk het daarna met je buur
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Begintaak
Vul het
 schema in
Eerst voor jezelf (5 min)
Vergelijk het daarna met je buur

Slide 1 - Slide

Antwoorden
Opbrengsten die geen ontvangsten zijn:
3. verkopen op rekening

Slide 2 - Slide

Antwoorden
Ontvangsten die geen opbrengsten zijn:
2. Ontvangst van debiteuren
4. Ontvangst geleende bedrag bij het afsluiten van een lening o/g
6. Ontvangst van de aflossing van een lening u/g
7. Ontvangst geld bij een aandelenemissie / emissie obligatielening
9. Ontvangst vanuit privé
14. Ontvangst van omzetbelasting

Slide 3 - Slide

Antwoorden
Kosten die geen uitgaven zijn:
10. afschrijvingskosten

Slide 4 - Slide

Antwoorden
Uitgaven die geen kosten zijn:
11. Investeringen in kapitaalgoederen (aanschaf gebouw, vergroten voorraad)
12. Aflossingen van leningen
5. Betalingen aan crediteuren
8. Winstuitkeringen; t.b. dividend/div. belasting/ Vpb/tantièmes/
13.  Betaling omzetbelasting
1.  Privé opnamen

Slide 5 - Slide

Liquiditeit en resultaat 2

Slide 6 - Slide

Programma
Huiswerk
Herhaling
Maken 3.36 tm 3.39

Slide 7 - Slide

Huiswerk

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Balans
Exploitatie
begroting
Liquiditeits-begroting
Ontvangsten
Bezittingen
Opbrengsten
Vermogen
Kosten
Uitgaven

Slide 11 - Drag question

Sleep de blauwe vakjes naar het juiste rode vakje
EIGEN VERMOGEN +
EIGEN VERMOGEN -
LIQUIDE MIDDELEN +
LIQUIDE MIDDELEN -
uitgaven
ontvangsten
kosten
opbrengsten

Slide 12 - Drag question

Welk(e) van onderstaande stellingen is / zijn juist?
Stelling I: Opbrengsten en kosten zijn exclusief btw, terwijl ontvangsten en uitgaven normaal gesproken inclusief btw zijn.
Stelling II: Opbrengsten en kosten worden ingeboekt als er een tegenprestatie is geleverd, terwijl ontvangsten en uitgaven worden ingeboekt op het moment dat er betaald wordt.
A
Stelling I is juist; Stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist; Stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn allebei onjuist
D
Stelling I en II zijn allebei juist

Slide 13 - Quiz

Welk(e) van onderstaande stellingen is / zijn juist?
Stelling I: De balanspost 'Vooruitbetaalde bedragen' verdwijnt zodra de tegenprestatie (= product / dienst) volledig is geleverd.
Stelling II: De balanspost 'Nog te betalen bedragen' verdwijnt zodra de tegenprestatie (= product / dienst) volledig is geleverd.
A
Stelling I is juist; Stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist; Stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn allebei onjuist
D
Stelling I en II zijn allebei juist

Slide 14 - Quiz

TWelke van onderstaande posten horen aan welke zijde van de balans?
Debetzijde
Creditzijde
Vooruitbetaalde bedragen
Vooruitontvangen bedragen
Nog te betalen bedragen
Nog te ontvangen bedragen

Slide 15 - Drag question

Je begint op 1 april met het nemen van rijlessen. Je hebt een mooie aanbieding bij rijschool RijExpress gezien, waarbij je in precies zes maanden 30 lessen volgt voor € 1.452, inclusief 21% btw. Je betaalt het gehele bedrag in één keer vooruit op 1 april. De opbrengsten zijn gelijkmatig over de maanden gespreid. Wat zijn in deze situatie de maandelijkse opbrengsten voor RijExpress?
A
€ 191,18
B
€ 200,00
C
€ 242,00
D
€ 292,82

Slide 16 - Quiz

Je begint op 1 april met het nemen van rijlessen. Je hebt een mooie aanbieding bij rijschool RijExpress gezien, waarbij je in precies zes maanden 30 lessen volgt voor € 1.452, inclusief 21% btw. Je betaalt het gehele bedrag in één keer vooruit op 1 april. De opbrengsten zijn gelijkmatig over de maanden gespreid. Wat is het bedrag dat op 1 juni op de post 'Vooruitontvangen bedragen' (exclusief btw) op de balans van RijExpress komt te staan?
A
€ 400,-
B
€ 600,-
C
€ 800,-
D
€ 1.200,-

Slide 17 - Quiz

Welke kosten worden nooit uitgaven  of andersom. Sleep deze naar de juiste vakjes.
Kosten maar nooit een uitgave
Uitgave maar nooit kosten
Aflossing van een lening
Dividenduitkeringen
Afdracht van BTW aan de belastingdienst
Afschrijving van vaste activa
Privé-opname van de bankrekening

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Maken
Opgave 3.36 tot en met 3.39

Slide 24 - Slide