This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Kosten, uitgaven, opbrengsten en ontvangsten
Slide 1 - Slide
Balans
Winst- en verlies-rekening
Liquiditeits-overzicht
Ontvangsten
Bezittingen
Opbrengsten
Vermogen
Kosten
Uitgaven
Slide 2 - Drag question
Sleep de blauwe vakjes naar het juiste rode vakje
EIGEN VERMOGEN +
EIGEN VERMOGEN -
LIQUIDE MIDDELEN +
LIQUIDE MIDDELEN -
uitgaven
ontvangsten
kosten
opbrengsten
Slide 3 - Drag question
Welk(e) van onderstaande stellingen is / zijn juist? Stelling I: De balanspost 'Vooruitbetaalde bedragen' verdwijnt zodra de tegenprestatie (= product / dienst) volledig is geleverd. Stelling II: De balanspost 'Nog te betalen bedragen' verdwijnt zodra de tegenprestatie (= product / dienst) volledig is geleverd.
A
Stelling I is juist; Stelling II is onjuist
B
Stelling I is onjuist; Stelling II is juist
C
Stelling I en II zijn allebei onjuist
D
Stelling I en II zijn allebei juist
Slide 4 - Quiz
Transitorische posten / overlopende posten nemen altijd een plek op de balans in. Welke van onderstaande posten horen aan welke zijde van de balans?
Debetzijde
Creditzijde
Vooruitbetaalde bedragen
Vooruitontvangen bedragen
Nog te betalen bedragen
Nog te ontvangen bedragen
Slide 5 - Drag question
Je begint op 1 april met het nemen van rijlessen. Je hebt een mooie aanbieding bij rijschool RijExpress gezien, waarbij je in precies zes maanden 30 lessen volgt voor € 1.452, inclusief 21% btw. Je betaalt het gehele bedrag in één keer vooruit op 1 april. De opbrengsten zijn gelijkmatig over de maanden gespreid. Wat zijn in deze situatie de maandelijkse opbrengsten voor RijExpress?
A
€ 191,18
B
€ 200,00
C
€ 242,00
D
€ 292,82
Slide 6 - Quiz
Je begint op 1 april met het nemen van rijlessen. Je hebt een mooie aanbieding bij rijschool RijExpress gezien, waarbij je in precies zes maanden 30 lessen volgt voor € 1.452, inclusief 21% btw. Je betaalt het gehele bedrag in één keer vooruit op 1 april. De opbrengsten zijn gelijkmatig over de maanden gespreid. Wat is het bedrag dat op 1 juni op de post 'Vooruitontvangen bedragen' (exclusief btw) op de balans van RijExpress komt te staan?
A
€ 400,-
B
€ 600,-
C
€ 800,-
D
€ 1.200,-
Slide 7 - Quiz
In voorgaande situatie waren er ontvangsten die ook ooit opbrengsten werden. Hetzelfde gaat op voor kosten en uitgaven: vaak wordt elke kost ook wel ooit een uitgave. Maar er zijn een paar uitzonderingen van kosten die nooit uitgaven worden of andersom. Sleep de uitzonderingen naar de juiste vakjes.
Kost maar nooit een uitgave
Uitgave maar nooit een kost
Aflossing van een lening
Dividenduitkeringen
Afdracht van BTW aan de belastingdienst
Afschrijving van vaste activa
Privé-opname van de bankrekening
Slide 8 - Drag question
Nieuwe machine gekocht voor €10.000 op 1 december en meteen betaalt(aanschafkosten).
A
Uitgaven
B
Kosten
C
Beide
Slide 9 - Quiz
Energierekening € 280 betaald
A
Kosten
B
Uitgave
C
Beide
Slide 10 - Quiz
Rentekosten zijn:
A
uitgaven die geen kosten zijn.
B
vervelend.
C
kosten die ook uitgaven zijn.
D
kosten die geen uitgave zijn.
Slide 11 - Quiz
Afschrijvingskosten zijn:
A
uitgaven die geen kosten zijn.
B
uitgaven
C
kosten die ook uitgaven zijn.
D
kosten die geen uitgaven zijn.
Slide 12 - Quiz
aflossing van een lening:
A
kosten
B
uitgaven
C
kosten die geen uitgave zijn
D
uitgaven die geen kosten zijn.
Slide 13 - Quiz
af te dragen BTW:
A
kosten
B
uitgaven
C
uitgaven die geen kosten zijn.
D
kosten die geen uitgave zijn.
Slide 14 - Quiz
Wat behoort tot de kosten maar niet tot de uitgaven?
A
De aanschaf van een nieuwe bedrijfsauto
B
Het betalen van de energierekening
C
Een privé-opname
D
De afschrijving op inventaris
Slide 15 - Quiz
Aflossing lening
A
Kosten
B
Uitgaven
C
Beide
Slide 16 - Quiz
Nieuwe inventaris van € 400 aangeschaft
A
Kosten
B
Uitgave
C
Beide
Slide 17 - Quiz
Factuur ontvangen van schoonmaak-kosten van deze maand € 300