Sondevoeding toedienen kan in porties (portietoediening) of via een voedingspomp (continue toediening). Welke manier voor u het beste is, hangt vooral af van de plaats waar de voeding uiteindelijk terecht komt.
1. Portietoediening
Bij de portietoediening krijgt u meerdere keren per dag sondevoeding in uw maag met een spuit. Meestal start u met 6 keer per dag op vaste tijden sondevoeding verspreid over de dag. Als u de sondevoeding goed verdraagt, kunnen we soms het aantal keren per dag verminderen. Hierbij wordt de hoeveelheid sondevoeding per portie vergroot. Dit gebeurt altijd in overleg met de diëtist.
2. Continue toediening
Bij continue toediening krijgt u de sondevoeding druppelsgewijs met een mobiele voedingspomp. Als u sondevoeding als bijvoeding krijgt, kan deze ook alleen ‘s nachts toegediend worden.
Richtlijnen voor portietoediening