neus-maagsonde inbrengen

NEUS-MAAGSONDE INBRENGEN
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

NEUS-MAAGSONDE INBRENGEN

Slide 1 - Slide

De neus-maagsonde wordt door de neus, via de keel en slokdarm, in de maag geschoven.

Een maagsonde of een maagkatheter is een dunne flexibele slang waarmee toegang tot de maag verkregen kan worden. 

Door deze slang kunnen vloeistoffen toegediend en maagvloeistof afgevoerd worden.

Slide 2 - Slide

De dikte en lengte van de katheter is afhankelijk van de grootte van de zorgvrager en van wat er door de sonde heen moet.
De dikte wordt uitgedrukt in Charrière, Ch 1 is 1/3 mm. 
Ch 10 wordt bij volwassenen veel gebruikt.

Het gebruik van een voerder of voerdraad vergemakkelijkt het inbrengen van de sonde. De voerder wordt na gebruik verwijderd!
 

Slide 3 - Slide

Een maagsonde wordt gebruikt voor:

- het toedienen van sondevoeding
- het toedienen van medicijnen of contrastvloeistof
- het hevelen of afzuigen van maagsappen
- het spoelen van de maag bij een vergiftiging


Risico’s bij het inbrengen zijn:
- zorgvrager moet braken
- beschadiging van het slijmvlies van de slokdarm of maag
- de maagsonde komt in de longen (maagsappen of vloeistof in de longen > longontsteking) 
















Slide 4 - Slide

indicatie voor plaatsen van een neus-maagsonde:

Voor het inbrengen van een neus-maagsonde kan een aantal redenen bestaan:
  1. voeding, vocht en/of geneesmiddelen toedienen;
  2. het maag-darmkanaal spoelen na inname van giftige stoffen, zoals medicijnen of landbouwgif;
  3. de maagretentie bepalen;
  4. diagnostisch onderzoek verrichten;
  5. overtollig vocht uit de maag verwijderen bij een ileus om braken te voorkomen, door middel van een afhangende maagsonde. 

contra-indicatie voor het inbrengen van een neus-maagsonde:

In een aantal situaties mag je geen neus-maagsonde inbrengen of mag alleen een arts deze inbrengen. Een verzorgende mag geen neus-maagsonde inbrengen:
  1. als er een obstructie in de neus, keel, slokdarm of maag is;
  2. wanneer de slikfunctie ontbreekt;
  3. bij aandoeningen in de slokdarm: tumor, varices, chirurgie;
  4. bij aandoeningen in het aangezicht: trauma;
  5. bij een schedelbasisfractuur.

Slide 5 - Slide

Benodigdheden:

  • Onsteriele handschoenen
  • zakdoekje
  • Water in beker met rietje
  • Bekken
  • Kocher
  • Pleister
  • veiligheidsspeld
  • Sonde slang
  • PH strip
  • Spuit
  • Onderlegger/matje 













Slide 6 - Slide

Zorgvuldigheid:

Bepaal met de zorgvrager het juiste neusgat door de neus te laten snuiten en te kijken/luisteren welk neusgat het best doorgankelijk is.
Bij langdurig gebruik kunnen drukplekjes op de neusgaten ontstaan; wissel het neusgat af.
Meet de lengte van de sonde secuur af. Het verzekert je ervan dat de sonde echt in de maag terecht komt. Markeer dit met stift of pleister.
Als de zorgvrager erg hoest en benauwd is, zit de sonde eerder in de longen dan in de maag.
Indien de zorgvrager niet benauwd is maar ook niet kan praten, zit de sonde waarschijnlijk al voorbij de stembanden, in de luchtpijp.
Trek de sonde terug, laat de zorgvrager bijkomen. Vraag anders een meer deskundige collega om het over te nemen.
De sonde kan krullen in de keel. 
De sonde kan dan te soepel of te stug zijn. Een te stugge sonde wordt in warm water flexibeler en een te soepele sonde wordt stugger in ijskoud water.
Als patiënten alleen 's nachts sondevoeding toegediend krijgen, moet de sonde overdag geregeld doorgespoeld worden, om dichtslibben te voorkomen.
 













Slide 7 - Slide

bepaal de lengte van de sonde:

  • Meet bij de cliënt met de sonde de afstand vanaf de punt van de neus naar de oorlel tot aan het uiteinde borstbeen.
  • Tel hier 10 cm bij op (NEX + 10 methode). NEX staat voor Nose-Ear-Xyphoïd
  • Noteer de lengte van de sonde met maatverdeling. Of markeer de sonde op de afgemeten lengte met een stukje pleister als geen maatverdeling aanwezig is.
controleer of de sonde in de maag ligt met de PH-strip:

  • Zuig 5-10 ml lucht in de 50 ml spuit en plaats de spuit op de sonde.
  • Spuit de lucht door de sonde. De sonde komt nu los van de maagwand te liggen.
  • Zuig met de spuit voorzichtig enkele druppels maagsap uit de sonde op.
  • Klem de sonde af.
  • Bepaal de pH-waarde met behulp van de pH-indicator. Bij pH-waarde kleiner dan of gelijk aan 5.5 ligt de sonde met grote waarschijnlijkheid in de maag.
  • Bij afwijkende bevindingen en/of pH-waarde groter dan 5.5: geen voeding of medicijnen toedienen. Overleg met de arts. Doe zo nodig de limonadetest of verwijder de sonde en breng deze opnieuw in en controleer de ligging.

Slide 8 - Slide

spoel de sonde door met water:
  • Vul de spuit met de afgesproken hoeveelheid water op kamertemperatuur.
  • Klem de sonde of verlengslang af met de kocher.
  • In plaats van afklemmen met de kocher kan de sonde ook worden geknikt.
  • Plaats de spuit op de sonde of de verlengslang.
  • Verwijder de kocher en spuit het water door de sonde.
  • Klem de sonde of verlengslang af met een kocher en verwijder de spuit.
fixeer de sonde:
  • Breng bij een sonde zonder maatverdeling een definitief markeringsteken aan met een watervaste stift.
  • Reinig de neus en fixeer de sonde met de (neusfixatie)pleister.
  • OF: Plak het midden van een stuk pleister aan de onderkant van de sonde vast op 2 cm vanaf de neus. Leid beide uiteinden kruislings naar boven en plak ze op de neus vast.
  • OF: Plak de pleister op een steunpleister die op de wang is aangebracht.
  • Controleer of de sonde kan meebewegen met slik- of draaibewegingen.
  • Controleer of er niet te veel druk op de neusvleugel is door de sonde.
  • Controleer of de pleister de sonde goed fixeert.
  • Leid de sonde achter het oor langs.
  • Bevestig de sonde met een pleister aan de kleding op zo'n manier dat deze vrij kan meebewegen met hoofdbewegingen en er geen spanning ontstaat op de huidfixatie.

Slide 9 - Slide

controleer opnieuw wanneer geen maagsap wordt opgezogen:

  • Breng de sonde iets verder in of trek de sonde iets terug en controleer opnieuw.
  • Wanneer nog geen maagsap wordt verkregen: vraag de cliënt op de zij te gaan liggen en controleer opnieuw.
  • Wanneer nog geen maagsap wordt opgezogen: wacht 15-30 minuten en controleer opnieuw.
  • Bij afwijkende bevindingen en/of pH-waarde groter dan 5.5: geen voeding of medicijnen toedienen. Overleg met de arts. Doe zo nodig de limonadetest of verwijder de sonde en breng deze opnieuw in en controleer de ligging.
limonadetest:

Bij cliënten die mogen en kunnen drinken kan de arts kiezen voor de limonadetest als er geen aspiraat wordt opgezogen met een pH-waarde kleiner dan of gelijk aan 5,5 (≤ 5,5). Dit geldt voor volwassenen en kinderen. Bepaal eerst de zuurgraad van de aangelengde limonade. Deze moet kleiner dan of gelijk zijn aan 4,0 (≤ 4,0). Laat de cliënt enkele slokken van de limonade drinken. Probeer na minimaal 10 seconden aspiraat op te zuigen en bepaal de pH-waarde. Deze is dan mogelijk wel kleiner dan of gelijk aan 5,5.

Slide 10 - Slide

Noem minimaal 3 indicaties voor het inbrengen van een neus-maag sonde
timer
1:00
A
1. vocht toedienen 2.wanneer de slikfunctie ontbreekt 3.bij aandoeningen in de slokdarm
B
1.de maagretentie bepalen; 2.diagnostisch onderzoek verrichten; 3.overtollig vocht uit de maag verwijderen bij een ileus
C
1.het maag-darmkanaal spoelen na inname van giftige stoffen 2.de maagretentie bepalen 3.voeding toedienen
D
1.bij aandoeningen in het aangezicht: trauma; 2.bij een schedelbasisfractuur. 3.voeding toedienen

Slide 11 - Quiz


waar staat de afkorting NEX voor
timer
0:30
A
Nose-Earlobe-Xyphoïd
B
Nose-Ear-Xyphoïd
C
Nurse-Eat-Xray
D
Neus-Enkel-Xifelus

Slide 12 - Quiz


Hoe meet je de NEX+10
timer
1:00
A
Meet met de sonde de afstand vanaf het borstbeen naar de neus tot aan de oorlel. tel hier 10 cm bij op.
B
Meet met de sonde de afstand vanaf het borstbeen naar de oorlel tot aan het puntje van de neus.
C
Meet met de sonde de afstand vanaf de neus naar de oorlel tot aan het uiteinde borstbeen. Tel hier 10 cm bij op.
D
Meet met de sonde de afstand vanaf de neus naar de oorlel tot aan het uiteinde borstbeen.

Slide 13 - Quiz

Noem 3 contra-indicaties bij het inbrengen van een neus-maagsonde
timer
1:00
A
1. vocht toedienen 2.wanneer de slikfunctie ontbreekt 3.bij aandoeningen in de slokdarm
B
1.bij aandoeningen in het aangezicht: trauma; 2.bij een schedelbasisfractuur. 3.voeding toedienen
C
1.bij aandoeningen in het aangezicht: trauma 2.bij een schedelbasisfractuur 3.wanneer de slikfunctie ontbreekt
D
1.de maagretentie bepalen; 2.diagnostisch onderzoek verrichten; 3.overtollig vocht uit de maag verwijderen bij een ileus

Slide 14 - Quiz


Hoe bepaal je de zuurgraad
timer
0:30
A
laat de cliënt limonade drinken en trek daarna een beetje maagsap op uit de maag. bepaal de PH-waarde met behulp van de PH-indicator
B
spuit 5-10 ml lucht door de sonde. Zuig met de spuit voorzichtig enkele druppels maagsap uit de sonde op. Bepaal de pH-waarde met behulp van de pH-indicator.
C
Hang de pH-indicator in het maagsap gedurende 1-30 seconden tot de strip verkleurt en lees af.
D
laat de cliënt een beetje speeksel op de PH-indicator spugen. Bepaal zo de zuurgraad

Slide 15 - Quiz


Hoe controleer je of de sonde goed ligt
timer
1:00
A
Bij cliënten die mogen en kunnen drinken kan je met een limonadetest de ligging controleren
B
om de ligging van de neus-maagsonde te controleren geef je water via de neus-maagsonde.
C
om de ligging te controleren van een neus-maagsonde spuit je lucht in als je dat hoort borrelen in de maag zit je goed
D
Om de ligging van de neus-maagsonde te controleren bepaal je de pH-waarde van aspiraat dat is opgezogen via de neus-maagsonde.

Slide 16 - Quiz

Wat is de normale PH waarde van de maag
timer
0:10
A
De PH-waarde is 5,5 of lager.
B
De PH-waarde is 5,5 of hoger
C
De PH-waarde varieert tussen 1,35 en 3,50
D
De PH-waarde is tussen 6,0 en 7,50

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Link

Vragen sondevoeding
Vragen bij het artikel 7 vragen over herziene richtijnen neusmaagsonde

1. Waarom moest de richtlijn uit 2011 worden herzien.
2. Sommige verpleegkundige gebruiken nog steeds de auscultatiemethode. Mag dit ook? Licht je antwoord toe waarom wel of waarom niet.
3. Waarom houden sommige verpleegkundigen nog steeds vast aan oude controle methodes?
4. Wanneer de PH- waarde steeds een waarde van 7 geeft. Ligt de sonde dan 100% zeker niet goed? Licht je antwoord toe.
5. Wat doe je wanneer de PH-waarde steeds te hoog is?
6. Waarom is het handig om te weten dat de uitgang van de maag bij volwassenen ongeveer op 70cm ligt?
7. Wat is volgens onze Vlaamse-collega’s het risico van NEX +10cm?
8. Wanneer de PH-waarde 5.5 of lager is, is het dan altijd zeker dat de sonde in de maag ligt?
9. Hoe werkt de limonadetest?
10. Wat is er nodig om een nieuwe methode de elektromagnetische detectie te introduceren?









Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide