Werkwoordspelling (Engels)



We beginnen met Engelse werkwoorden...
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson



We beginnen met Engelse werkwoorden...

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Stijn (racen) heden ten dage graag in zijn vrije tijd.

A
ract
B
racet
C
racette
D
HUH?

Slide 3 - Quiz

Ik (detoxen) vorige week! Nu voel ik me weer top!
A
detoxde
B
detoxte
C
detoxt
D
wah?

Slide 4 - Quiz

Jij (socializen) nu graag.

A
jij scia, sozi wat ;-)?
B
socializet
C
socialized
D
socialist

Slide 5 - Quiz

Hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm verleden tijd: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette

Slide 6 - Quiz

Dirk (followen) vroeger die bekende vlogger.

A
Followde
B
Followte
C
Followede
D
Followete

Slide 7 - Quiz

Hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm verleden tijd: e-mailen
A
emailde
B
emaildde
C
e-mailde
D
e-maildde

Slide 8 - Quiz

Jij (skypen) afgelopen maandag met oma in Amerika
A
Skypte
B
Skypete
C
skypede

Slide 9 - Quiz

.... als je maar leert en oefenT
!!!

Slide 10 - Slide

Nog een paar werkwoorden

Slide 11 - Slide

KRABBEN: Hoe ... een hond zich zonder dat het pijn doet?

A
krabd
B
krabt
C
krabbet
D
krabbed

Slide 12 - Quiz

KRABBEN: Gisteren ... de hond zich de hele dag achter zijn oren.

A
krabte
B
krabten
C
krabbet
D
krabde

Slide 13 - Quiz

KRABBEN: Hij heeft zich nog nooit zoveel ... .

A
gekrabt
B
gekrabten
C
gekrabd
D
gekrabden

Slide 14 - Quiz

VERGOEDEN: Gelukkig ... de verzekering tegenwoordig een paar nieuwe oren.
A
vergoedt
B
vergoed
C
vergoede
D
vergoeit

Slide 15 - Quiz