Europa na de Eerste Wereldoorlog

Europa na de Eerste Wereldoorlog
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Europa na de Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Slide

Programma
Gezamenlijk maken woordweb (10 min)
Bespreken huiswerk (10 min)
Uitleg 1.4 (15 min)
Aan de slag! (15 min)

Slide 2 - Slide

Gezamenlijk maken woordweb
- Oorzaken WOI
- Aanleiding WOI
- Verloop WOI
-Einde WOI

Slide 3 - Slide

Bespreken huiswerk
Huiswerk was: 4 t/m 13 van 1.3
We bespreken: 4, 7 & 8
Moeten we nog meer bespreken?

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende.
  • Je kunt beschrijven hoe in Italië het fascisme opkwam.

Slide 5 - Slide

Uitleg 1.4
Duitsland werd in 1918 een parlementaire democratie

Parlement had de hoogste macht

Republiek Weimar: benaming voor het democratische Duitsland in de periode 1919-1933*

Slide 6 - Slide

Uitleg 1.4
Waarom had Duitsland het economisch zwaar na WOI?
  • Verwoeste land opbouwen, maar ook herstelbetalingen*
  • Oplossing: geld bijdrukken-> inflatie*

VS leende geld aan Duitsland (zie driehoek)*

Slide 7 - Slide

Aan de slag
Keuze:
1. Werken aan jokeropdracht
2. Werken aan opdrachten van 1.4

Slide 8 - Slide

Programma
Bespreken huiswerk (10 min)
Uitleg 1.4 (15 min)
Aan de slag! (25 min)

Slide 9 - Slide

Bespreken huiswerk
Huiswerk was 1 t/m 8 van 1.4
We bespreken: 5
Moeten we nog meer bespreken?

Slide 10 - Slide

Wie is Benito Mussolini?

Slide 11 - Mind map

Uitleg 1.4
Italië had geholpen aan de kant van de Geallieerden

Italiaanse economie ging slecht, behoefte aan sterke leider: Benito Mussolini*
  • Van socialist naar nationalist *
  • 1919 met een leger socialisten aanvallen*

Slide 12 - Slide

Wat is een ideologie? Wat zijn twee kenmerken van fascisme

Slide 13 - Open question

Uitleg 1.4
Mussolini ontwikkelde een ideologie: politieke leer: een samenhangend geheel van ideeën over de manier waarop de samenleving zou moeten worden ingericht, op economisch, politiek-bestuurlijk, sociaal en soms ook cultureel gebied*

Fascisme *
• Nationalisme*
• Militarisme*
• Afkeer van de democratie*
• Afkeer van persoonlijke vrijheid*

Mussolini wordt een dictator

Slide 14 - Slide

1.4
1914 had NL een neutraliteitspolitiek*
  • Klein land*
  • Afhankelijk handel andere landen*
  • Wilde Nederlands-Indië niet verliezen*

Nederland was veilig zolang het neutraal bleef

Slide 15 - Slide

Aan de slag!
Alle opgaven van 1.4 & jokeropdracht
Klaar en tijd over? Maak een samenvatting

Slide 16 - Slide