3.3 planten KGT
1 / 19
Lesson duration is: 50 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Zet op volgorde van groot naar klein
Dieren
Gewervelde dieren
Zoogdieren
Organisme met celkern
Slide 2 - Drag question
Welke 3 kenmerken horen bij de NETELDIEREN
Neteldieren
Veelzijdig symmetrisch
tweezijdig symmetrisch
Zitten meestal vast op de bodem van de zee
meestal geen skelet
Inwendig skelet van Kalk
Leven in het water
Slide 3 - Drag question
Welke groep dieren is niet symmetrisch en heeft stevige hoornvezels tussen de cellen?
A
Sponsdieren
B
Neteldieren
C
Stekelhuidigen
D
Weekdieren
Slide 4 - Quiz
Welke groepen dieren zijn tweezijdig symmetrisch?
Sponsdieren
Weekdieren
Neteldieren
Geleedpotigen
Gewervelden
Stekelhuidigen
Slide 5 - Drag question
Wat is waar?
A
Zoogdieren behoren tot de groep geleedpotigen
B
Zoogdieren behoren tot de groep reptielen
C
Zoogdieren behoren tot de groep gewervelden
D
Zoogdieren zijn veelzijdig symmetrisch
Slide 6 - Quiz
Welke groep dieren heeft meestal een huisje of schelp als skelet?
A
Sponsdieren
B
Neteldieren
C
Weekdieren
D
Geleedpotigen
Slide 7 - Quiz
Welke kenmerken horen bij de STEKELHUIDIGEN?
Veelzijdig symmetrisch
Tweezijdig symmetrisch
Niet symmetrisch
Inwendig skelet van kalk
Stevige hoornvezels tussen de cellen
Uitwendig skelet als pantser
Slide 8 - Drag question
Welke groep dieren is veelzijdig symmetrisch?
A
Sponsdieren
B
Neteldieren
C
Weekdieren
D
Geleedpotigen
Slide 9 - Quiz
Reptielen behoren tot de groep gewervelden
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Laatste vraag:
Duizendpoten behoren tot de groep insecten
Duizendpoten behoren tot de groep insecten
A
waar
B
niet waar
