This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Ontdek de wereld van bruggen!
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten bruggen herkennen en begrijp je hoe ze werken.
Slide 2 - Slide
Vertel de leerlingen wat ze zullen leren in deze les.
Wat weet je al over bruggen?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Boogbruggen
Boogbruggen hebben een gebogen structuur en verdelen het gewicht gelijkmatig over de pijlers.
Slide 4 - Slide
Beschrijf de structuur en werking van boogbruggen. Toon afbeeldingen ter illustratie.
Wat zijn bruggen?
Bruggen zijn constructies die worden gebruikt om obstakels, zoals rivieren en ravijnen, over te steken.
Slide 5 - Slide
Beschrijf wat bruggen zijn en waarom ze belangrijk zijn in de infrastructuur.
Hangbruggen
Hangbruggen hebben draagkabels die aan torens of hoge palen zijn bevestigd.
Slide 6 - Slide
Leg uit hoe hangbruggen werken en waarom ze flexibel zijn. Toon afbeeldingen ter illustratie.
Balkbruggen
Balkbruggen bestaan uit horizontale balken die op pijlers rusten.
Slide 7 - Slide
Leg uit hoe balkbruggen werken en waarom ze vaak worden gebruikt voor korte afstanden. Toon afbeeldingen ter illustratie.
Draaibruggen
Draaibruggen kunnen draaien om vaarwegverkeer door te laten.
Slide 8 - Slide
Beschrijf de werking van draaibruggen en waar ze vaak worden gebruikt. Toon afbeeldingen ter illustratie.
Tuibruggen
Tuibruggen hebben grote hoofdkabels die worden ondersteund door torens en kabels die naar de grond lopen.
Slide 9 - Slide
Beschrijf de structuur en werking van tuibruggen. Toon afbeeldingen ter illustratie.
Beweegbare bruggen
Beweegbare bruggen kunnen omhoog worden geheven of opzij worden geschoven om scheepvaartverkeer door te laten.
Slide 10 - Slide
Leg uit hoe beweegbare bruggen werken en waar ze vaak worden gebruikt. Toon afbeeldingen ter illustratie.
Veerboten
Veerboten zijn schepen die worden gebruikt om mensen en voertuigen over water te vervoeren.
Slide 11 - Slide
Beschrijf wat veerboten zijn en hoe ze verschillen van vaste bruggen. Toon afbeeldingen ter illustratie.
Kabelbruggen
Kabelbruggen hebben hangende kabels die het dek ondersteunen.
Slide 12 - Slide
Leg uit hoe kabelbruggen werken en waarom ze vaak worden gebruikt voor lange overspanningen. Toon afbeeldingen ter illustratie.
Betonnen bruggen
Betonnen bruggen zijn gemaakt van gewapend beton en zijn duurzaam en sterk.
Slide 13 - Slide
Beschrijf de voordelen van betonnen bruggen en waarom ze veel worden gebruikt. Toon afbeeldingen ter illustratie.
Stalen bruggen
Stalen bruggen zijn sterk en kunnen grote gewichten dragen.
Slide 14 - Slide
Beschrijf de voordelen van stalen bruggen en waarom ze vaak worden gebruikt. Toon afbeeldingen ter illustratie.
Materiaalkeuze
De keuze van het materiaal voor een brug hangt af van factoren zoals kosten, locatie en benodigde sterkte.
Slide 15 - Slide
Leg uit waarom verschillende materialen worden gebruikt voor verschillende brugconstructies. Toon afbeeldingen ter illustratie.
Vragen?
Heb je nog vragen over de soorten bruggen?
Slide 16 - Slide
Geef de leerlingen de mogelijkheid om vragen te stellen en beantwoord ze indien mogelijk.
Quiz
Test je kennis over bruggen met deze korte quiz!
Slide 17 - Slide
Geef de leerlingen een quiz om hun begrip van de lesstof te testen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 18 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 19 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 20 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.