Herhaling H4 Werken met aantallen

Herhaling Hoofdstuk 4
1 / 39
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Herhaling Hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de kan ik 
  1. werken met machten 
  2. wetenschappelijke notatie
  3. werken met procenten en factor
  4. werken met steeds hetzelfde percentage
  5. werken met steeds dezelfde factor

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat is het grondtal in:


95
A
9
B
5
C
59049
D
9*5 = 45

Slide 4 - Quiz

Wat is de exponent in:


53
A
3
B
5
C
15

Slide 5 - Quiz


Reken deze macht uit:
A
6
B
9
C
33
D
27

Slide 6 - Quiz

Wat is de wetenschappelijke notatie van
85 000 000 ?
A
8,5 x 10^10
B
8,5 x 10^9
C
85 x 10^10
D
85 x 10^10

Slide 7 - Quiz

Een miljoen heeft ...
A
3 nullen
B
6 nullen
C
9 nullen
D
12 nullen

Slide 8 - Quiz

Een miljard heeft ...
A
3 nullen
B
6 nullen
C
9 nullen
D
12 nullen

Slide 9 - Quiz

Wat is de wetenschappelijke notatie van
56 000 000 000 ?
A
56 x 10^9
B
56 x 10^10
C
5,6 x 10^9
D
5,6 x 10^10

Slide 10 - Quiz

Schrijf als een gewoon getal: 4,6 x 10^8 (gebruik geen punten in je antwoord)

Slide 11 - Open question

Schrijf als een gewoon getal:
3,2 x 10^6

Slide 12 - Open question

Broek kost 80 euro, je krijgt 15% korting.
Hoe bereken je de nieuwe prijs?
A
80 x 0,15
B
80 x 1,15
C
80 x 15%
D
80 x 0,85

Slide 13 - Quiz

Telefoon kost 450 euro, je krijgt 8% korting.
Hoe bereken je de nieuwe prijs?
A
450 x 0,08
B
450 x 0,92
C
450 x 1,08
D
450 x 1,8

Slide 14 - Quiz

Beginbedrag €1200,-
Rente 7%
Hoe bereken je het bedrag na 6 jaar?
A
1200 x 7^6
B
1200 x 1,7^6
C
1200 x 0,7^6
D
1200 x 1,07^6

Slide 15 - Quiz

Beginbedrag €500,-
Rente 2%
Hoe bereken je het bedrag na 9 jaar?
A
500 x 2 ^9
B
500 x 1,2 ^9
C
500 x 9 ^2
D
500 x 1,02 ^9

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Wat is deze breuk in procenten?
A
20%
B
60%
C
80%
D
75%

Slide 18 - Quiz

Van breuk naar procent
1/5 is ...
Schrijf het procent
A
25%
B
15%
C
20%
D
10%

Slide 19 - Quiz

Hoeveel procent komt erbij als je met de factor 1,35 vermenigvuldigt?
A
65%
B
0,35 %
C
35 %
D
0, 65 %

Slide 20 - Quiz

Hoeveel procent komt erbij of gaat eraf met een factor van 1,17?
A
17% erbij
B
17% eraf
C
83% erbij
D
83% eraf

Slide 21 - Quiz

Dezelfde factor
Je wil €1000,- op je spaarrekening zetten.

Welke bank kies je als je de hoogste opbrengst wilt?

Slide 22 - Slide

Dezelfde factor
Je hebt 1000 euro op je spaarrekening
We berekenen hoeveel euro er na 5 jaar op je spaarrekening staat.

Slide 23 - Slide

Berekening
je kiest voor de KNAB bank aangezien je daar hoogste percentage krijgt --> 1,25%
Na 1 jaar heb je..... 101,25% van je gespaarde geld
Factor --> 1,0125 * €1000,00 = € 1012,50
€ 12,50 WINST 

Slide 24 - Slide

5 Jaar sparen
Beginwaarde is €1.000 en per jaar komt er 1,25% bij. 
Hoeveel heb ik op mijn rekening na 5 jaar sparen? 

Slide 25 - Slide

Na 5 jaar sparen

€ 1064,08

Slide 26 - Slide

Met welk teken op je rekenmachine geef je de macht aan?

Slide 27 - Open question

Hans is lid bij een voetbalvereniging. Elk jaar wordt de contributie verhoogt met 2,1%. Wat is de factor?
A
2,1
B
102,1
C
1,021
D
97,9

Slide 28 - Quiz

Lotte wil een zonnebril kopen. Zij ziet een leuke met 15% korting. Zij wil weten hoeveel zij nog moet betalen. Wat is de factor?
A
115
B
1,15
C
85
D
0,85

Slide 29 - Quiz

Wat is de formule voor een vermenigvuldiging met steeds dezelfde factor?

Slide 30 - Open question

0,95
1,21
1,015
5% korting
stijging van 1,5%
Groei van 21%

Slide 31 - Drag question

Zet in de goede volgorde bij het berekenen van hoeveel iets na een aanal periodes kost
Factor berekenen
Begingetal zoeken
Periode zoeken
formule invullen
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4

Slide 32 - Drag question

In 2010 telt New York 8,20 miljoen inwoners. In 2017 is dit aantal met 4,1% gestegen. Bereken het aantal inwoners.
A
8,5 miljoen
B
7,5 miljoen
C
9,1 miljoen
D
8,9 miljoen

Slide 33 - Quiz

Berekening
Factor is: 100 + 4,1 = 104,1 
104,1 : 100 = 1,041

8,20 x 1,041 = 8,5 

Slide 34 - Slide

In 2010 telt New York 8,20 miljoen inwoners. In 2017 is dit aantal met 4,1% gestegen. Bereken hoeveel miljoen inwoners er zijn over 6 jaar.

Slide 35 - Open question

Welke wetenschappelijke notatie hoort bij 10,4 miljoen inwoners?
Rond af op 2 decimalen

Slide 36 - Open question

Michelle koopt een camper van 56000 euro. Elk jaar wordt de camper 8% minder waard. Leg uit dat de factor 0,92 ia

Slide 37 - Open question

Bereken de waarde van de camper na 4 jaar.
Camper kostte 56.000 euro met een factor van 0,92
A
41.000
B
51.250
C
40.118
D
55.100

Slide 38 - Quiz

Extra oefenen: samenvatting of gemengde opdrachten
Succes met het voorbereiden van de toets!

Slide 39 - Slide