2B par. 2.2 Waarom zou je sparen?

Hoofdstuk 2
2.2: Waarom zou je sparen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2
2.2: Waarom zou je sparen

Slide 1 - Slide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Werk kwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 2 - Slide

Doelen van deze les
Na deze les kun je:
  • benoemen welke redenen je kunt hebben om te sparen
  • beschrijven wat rente is
  • rente berekenen die je op een spaarrekening ontvangt
  • uitleggen wat de geldfuncties zijn

Slide 3 - Slide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Werk kwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 4 - Slide

Wat is indirecte ruil?

Slide 5 - Open question

Sparen

Slide 6 - Mind map

Redenen om te sparen

Slide 7 - Slide

Redenen om te sparen

Slide 8 - Slide

Redenen om te sparen
Sparen voor een doel
Sparen uit voorzorg
Sparen voor rente

Slide 9 - Slide

Rente
  • Rente = vergoeding die je krijgt van de bank voor jouw spaargeld
  • Formule: 
  • Rentebedrag per jaar = 
  • Spaarbedrag ÷ 100 x rentepercentage = 

Slide 10 - Slide

Op je spaarrekening heb je € 240. Je krijgt 1,5% rente per jaar. Hoeveel euro rente krijg je na één jaar?

Slide 11 - Open question

Functies van geld

Slide 12 - Slide

Functies van geld
Ruilmiddel
Rekenmiddel
Spaarmiddel

Slide 13 - Slide

Wat is geen reden om te sparen?
A
Sparen uit voorzorg
B
Sparen als rekenmiddel
C
Sparen voor rente
D
Sparen voor een doel

Slide 14 - Quiz

Henk spaart geld voor als zijn mobiel kapot gaat. Wat is zijn reden om te sparen?
A
Sparen voor een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor de rente
D
Sparen als rekenmiddel

Slide 15 - Quiz

Op je spaarrekening heb je € 450 gezet. Je krijgt 0,5% rente per jaar. Hoeveel euro rente krijg je na één jaar?
A
€ 225
B
€ 0,23
C
€ 22,50
D
€ 2,25

Slide 16 - Quiz

Wat is geen functie van geld?
A
Spaarmiddel
B
Ruilmiddel
C
Waardemiddel
D
Rekenmiddel

Slide 17 - Quiz

Rosa gaat graag naar IKEA. Ze ziet een tafel met een prijskaartje van € 59,00. Van welke functie van geld is hier sprake?
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Rekenmiddel
D
Waardemiddel

Slide 18 - Quiz

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Werk kwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 19 - Slide

Werk kwartier
1. Maak par 2.2 op blz. 58 t/m 62
   opdracht 18 t/m 32

2. Maak de keuze opdrachten:
  • Vond je het lastig? -> Maak opdracht 8 t/m 14 op blz. 85
  • Vond je makkelijk? -> Maak opdracht 8 t/m 10 op blz. 89 + 4 en 5 op blz. 90
timer
15:00

Slide 20 - Slide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Werk kwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 21 - Slide

Rentes
"De lage rentes hangen samen met het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De centrale bank werkt sinds 2015 agressief aan het verlagen van rentes voor leningen, maar daarmee worden banken ook gedwongen om spaarrentes te verlagen."


Bron
https://www.nu.nl/geldzaken/5362208/ing-verlaagt-variabele-spaarrente-als-eerste-grote-bank-003-procent.html

Slide 22 - Slide

Waarom worden banken door de lage rentes voor leningen gedwongen om spaarrentes te verlagen?

Slide 23 - Open question

Wat is een gevolg van lagere spaarrentes?
A
Mensen gaan minder uitgeven
B
Mensen gaan minder sparen
C
Mensen gaan minder lenen
D
Mensen gaan meer uitgeven

Slide 24 - Quiz

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Werk kwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 25 - Slide

Werken
1. Maak par 2.2 op blz. 58 t/m 62

   opdracht 18 t/m 32

2. Maak de keuze opdrachten:
  • Vond je het lastig? -> Maak opdracht 8 t/m 14 op blz. 85
  • Vond je makkelijk? -> Maak opdracht 8 t/m 10 op blz. 89 + 4 en 5 op blz. 90

Slide 26 - Slide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Klassikale bespreking
3. Werk kwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 27 - Slide