H2 en H4 Overzicht

Overzicht. 
Wat moet je kennen van H2 en H4 voor de toetsweek toets?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Overzicht. 
Wat moet je kennen van H2 en H4 voor de toetsweek toets?

Slide 1 - Slide

Verschillende verbanden.
Machtsverband; uitrekenen en tekenen.
Wortelverband; uitrekenen en tekenen.
Exponentieel verband: uitrekenen, tekenen en formule maken.
Lineair verband; uitrekenen, tekenen en formule maken.
Evenredig verband.
Omgekeerd evenredig verband.
Gelijkwaardige formules. 
Vergelijkingen oplossen.

Slide 2 - Slide

Machten.
Je moet kunnen rekenen met machten. Hierbij is vooral belangrijk dat je let op de MIN. Staat de macht met een min tussen haakjes of niet tussen haakjes, dit maakt verschil! 

Slide 3 - Slide

Machtsverband
- Tabel maken en invullen. 
- Handige punten kiezen.
- Assenstelsel maken + handige verdeling van de assen. 
- Grafiek tekenen. 
REKENVOLGORDE!!

Slide 4 - Slide

Tabel.
Grafiek; kromme.

Slide 5 - Slide

Wortelverband
- Tabel maken en invullen. 
- Handige punten kiezen.
- Assenstelsel maken + handige verdeling van de assen. 
- Grafiek tekenen. 
REKENVOLGORDE!!

Slide 6 - Slide

Exponentieel verband
- Altijd met toename of afname in procenten.
- Formule maken. 
- Tabel maken, handige punten kiezen. 
- Assenstelsel tekenen, grafiek tekenen.
- Verdubbelingstijd/Halveringstijd.

Slide 7 - Slide

Toename in procenten.
Afname in procenten.

Slide 8 - Slide

Evenredig verband.
- Wordt de variabele boven 2 keer zo groot, dan wordt hij onder ook 2 keer zo groot. 

Formule = Getal x variabele.
In dit geval: 
H= 30t

Slide 9 - Slide

Omgekeerd evenredig verband.
- Wordt de variabele boven 2 keer zo groot, dan wordt de variabele onder 2 keer zo klein. 
Formule= Getal : variabele
In dit geval:
H= 60 : t

Slide 10 - Slide

Allerlei verbanden en grafieken. 
Trapjesgrafiek en stippengrafiek.

Slide 11 - Slide

Gelijkwaardige formules.
Bij gelijkwaardige formules komen bij het invullen van dezelfde variabelen, dezelfde antwoorden uit beide formules.
Stel t = 5, invullen in 50 +2t geeft: hoogte = 60.
Vullen we dan 60 in in -25 + 0,5 x hoogte dan krijgen we omgekeerd 
t= 5. 
Dus de formules zijn gelijkwaardig.

Slide 12 - Slide

Vergelijkingen oplossen. 
- Balansmethode.
- Inklemmen. 
- Oplossen met de grafiek, snijpunt. 

Slide 13 - Slide

Soms kun je de balansmethode NIET gebruiken. 
In deze formule zit een macht. Machten kunnen we niet oplossen met de balansmethode. Dus we moeten inklemmen of de grafiek gebruiken.
- Verdubbelingstijd/Halveringstijd.

Slide 14 - Slide