This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Psychologie, les 3
Slide 1 - Slide
Vroeger ...
dachten mensen dat je brein na je geboorte niet meer echt veranderde. Ze dachten dat al je hersencellen al gemaakt waren en er geen nieuwe meer bij zouden komen.
Slide 2 - Slide
Nu weten we ..
dat de hersenen zich na je geboorte nog verder ontwikkelen en dat er nieuwe hersencellen worden aangemaakt. Dat gebeurt je hele leven!
Slide 3 - Slide
Kneedbaar
Aan je erfelijke aanleg kun je niets veranderen, maar op je omgeving en je inzet heb je wel invloed. Een voorbeeld van iets in 'de omgeving' is de kwaliteit van de school waar je op zit.
Slide 4 - Slide
Welke andere elementen in je omgeving kunnen je ontwikkeling beïnvloeden, denk je?
Slide 5 - Open question
Plasticiteit
Door ervaringen, door leren en door oefenen verander of kneed je je hersenen. Dat heet met een duur woord: plasticiteit.
Net als spieren veranderen je hersenen door ze te belasten. En ook net als bij spieren gaat dat het best als je jong bent.
Slide 6 - Slide
Train je slim
Slimmere hersenen krijg je niet vanzelf. Werk maakt sterk: je moet leren en oefenen. Het herhalen van iets wat je al weet of kunt, is niet genoeg. Je moet studeren en oefenen.
Slide 7 - Slide
Elke dag ...
maakt je brein duizenden nieuwe cellen. Zo groeien je hersens: ze worden letterlijk groter en je begrijpt meer van de wereld. Als je oefent, maak je extra veel cellen aan. Oefening zorgt ook voor sterke verbindingen tussen de hersencellen.
Slide 8 - Slide
Is het verstandig om morgen niet meer met rechts maar met links je tanden te poetsen (of andersom)? Waarom?
Slide 9 - Open question
Dus
Je hersens zijn train- en kneedbaar: dat heet plasticiteit. Oefening zorgt voor meer hersencellen en sterke verbindingen. Zo worden je hersens groter en begrijp je meer.
Slide 10 - Slide
Opdracht
Maak in je werkboekje opdracht 1 t/m 5 op pagina 9 t/m 11.