This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Psychologie, les 4
Slide 1 - Slide
Voor je geboorte ..
Als de moeder 3 weken zwanger is, ontwikkelen de hersenen zich al. Dat gaat razendsnel. Per minuut worden er 225.000 zenuwcellen aangemaakt.
Slide 2 - Slide
Bij je geboorte
bevatten je hersenen negentig miljard zenuwcellen. Daarna worden er nog steeds nieuwe hersencellen aangemaakt, maar veel minder en minder snel dan tijdens de zwangerschap.
Slide 3 - Slide
specialisten
Sommige zenuwcellen specialiseren zich tijdens de zwangerschap: bij je geboorte zijn de gehoor- & de pijnzenuw helemaal klaar. Veel andere zenuwen specialiseren zich pas na je geboorte.
Slide 4 - Slide
Als zenuwen zich specialiseren
... spelen 2 processen een belangrijke rol:
* het maken van verbindingen tussen zenuwcellen
*het afbreken van die verbindingen
Slide 5 - Slide
verbindingen
Een zenuwcel kan wel 15.000 verbindingen met andere zenuwcellen hebben. Zo kunnen er grote, complexe (maar flexibele) netwerken ontstaan. Netwerken zijn samenwerkingsverbanden.
Slide 6 - Slide
Dankzij die netwerken ...
kun je praten, bewegen, emoties voelen, nieuwsgierig zijn, enzovoort.
Slide 7 - Slide
Verschil in capaciteit
Niet alle zenuwcellen hebben zoveel verbindingen. Sommige kunnen 'berichten' van wel 15.000 zenuwcellen ontvangen, andere veel minder. Die ontvangen dus minder informatie.
Slide 8 - Slide
Stimuleren
De sterkte en de hoeveelheid van de verbindingen kun je beïnvloeden.
Je kunt ze allebei stimuleren door de omgeving en door oefening.
Slide 9 - Slide
Afbreken
Vanaf je 3e jaar neemt het aantal verbindingen tussen je zenuwcellen af. Dit proces heet 'pruning': terugsnoeien. Verbindingen die je veel gebruikt, worden sterker (use it) ten koste van verbindingen die je weinig gebruikt (lose it).
Slide 10 - Slide
Pruning
... werkt net als het snoeien van een fruitboom: door zwakke takken weg te halen, kunnen andere takken zich ontwikkelen. Sterker: zonder snoeien zal de boom klein en slecht fruit voortbrengen.
Slide 11 - Slide
Pruning en leren
... vindt plaats als je brein zich specialiseert. Dat gebeurt als je iets leert. Hoe meer je leert, hoe meer er gespecialiseerd wordt. En: hoe meer pruning er plaatsvindt, hoe sterker de verbindingen die overblijven.
Slide 12 - Slide
Wat kun jij beter dan je opa of oma?
Slide 13 - Open question
Wat kan je opa of oma beter dan jij?
Slide 14 - Open question
Bij jou ...
werken de verbindingen tussen de zenuwcellen die nodig zijn om je smartphone te bedienen heel sterk.
De verbindingen om netjes te schrijven heb je vast iets minder ontwikkeld; je gebruikt ze minder.
Slide 15 - Slide
Dus ...
Jouw brein heeft zich anders gespecialiseerd dan dat van je opa of oma. Door te typen op een toetsenbord of touchscreen heb jij jouw hersenen anders gestimuleerd dan iemand die veel schrijft met een pen. Schrijf je nooit met een pen, dan vervagen de verbindingen die dit mogelijk maken.
Slide 16 - Slide
Wat was ook al weer plasticiteit?
Slide 17 - Open question
Je hebt nu geleerd dat ..
Het brein van een kind plastischer is dan dat van een volwassene. Maar: ook het volwassen brein is plastisch. Want: als je leert, verandert er iets in je hersenen.
Slide 18 - Slide
Opdracht
Maak de opdrachten en vragen op pagina 12 t/m 14 in je werkboek.