Thema 1 Organen en cellen basisstof 5 Groei en ontwikkeling bij een mens
1 / 22
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
In afbeelding 1 zie je een cel. Is dit een ...... cel.
Welke van die vier onderstaande woorden horen op de puntjes te staan?
Welke van die vier onderstaande woorden horen op de puntjes te staan?
A
bacterie
B
dierlijke
C
plantaardige
D
schimmel
Slide 3 - Quiz
In afbeelding 1 zie je een cel. Hoe heet het deel dat is aangegeven met de letter P?
A
Celkern
B
Cytoplasma
C
Vacuole
Slide 4 - Quiz
Kijk goed naar de afbeelding.
Hoe heet deel 3?
Hoe heet deel 3?
A
de vacuole
B
de celkern
C
de celwand
D
het celplasma
Slide 5 - Quiz
Kijk goed naar de afbeelding.
Hoe heet deel 6?
Hoe heet deel 6?
A
de vacuole
B
de celkern
C
de celwand
D
het celplasma
Slide 6 - Quiz
Kijk goed naar de afbeelding.
Hoe heet deel 8?
Hoe heet deel 8?
A
de vacuole
B
de celkern
C
de celwand
D
het celplasma
Slide 7 - Quiz
Bladgroenkorrels in de cellen zorgen voor de groene kleur van sla.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Wat is de functie van de celkern?
A
De celkern controleert wat de cel in en uit gaat.
B
De celkern maakt voedsel voor de plant.
C
De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.
