This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Vermogen
Slide 1 - Mind map
Wat is elektrisch vermogen?
De hoeveelheid energie die per seconde wordt omgezet
Symbool: P
Eenheid: watt (w)
Slide 2 - Slide
Energiegebruik berekenen
energiegebruik = vermogen x tijd
Een lamp van 50W brandt 8 uur. De prijs van 1 kWh is € 0,55.
Bereken de energiekosten.
Slide 3 - Slide
Van welke factoren hangt het vermogen van een elektrisch apparaat af?
A
Stroomsterkte en tijd
B
Vermogen en spanning
C
Spanning en tijd
D
Spanning en stroomsterkte
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Video
Met welke formule bereken je het vermogen?
A
P = U - I
B
P = U / I
C
P = U x I
D
P = U + I
Slide 6 - Quiz
Een stofzuiger van 1400 watt, twee lampen van 40 watt en een magnetron van 700 watt worden aangesloten op dezelfde groep. Hoe groot is de totale vermogen in kW?
A
P = 2180 kW
B
P = 2,140 kW
C
P = 2,180 kW
D
P = 2140 kW
Slide 7 - Quiz
Een koelkast verbruikt per dag 0.6 kWh. Wat kost het om deze koelkast een heel jaar aan te laten staan. 1 kWh kost €0.25. Kosten = energie x prijs van 1 kWh.
A
Kosten = 0.6kWh x €0.25 = €0.15
B
Kosten = 0.6kWh x €0.25 = €0.15 x 365 = €54,75
C
Kosten = 0.6kWh / €0.25 = €2.40
D
Kosten = 0.6kWh / €0.25 = €2.40 x 365 = €876
Slide 8 - Quiz
Energie = vermogen x tijd. Een wasmachine van 1000W staat 1uur en 30min aan. Bereken het energieverbruik in kWh.