Mens en Zorg: hart en vaatziektes en medicijnen

Mens en zorg hfst 9
Blz. 299 tot en met blz.313
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Mens en zorg hfst 9
Blz. 299 tot en met blz.313

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Soorten hart -en vaatziekten
Aangeboren hartafwijkingen
Hartaandoeningen doordat bloedvaten vernauwd of geblokkeerd zijn
Infectie of ontsteking aan het hart
Overige (hartklepafwijkingen of hartritmestoornissen

Slide 3 - Slide

welke hart- en vaatziekten weet je?

Slide 4 - Open question

Aan welke klachten herken je hartproblemen?

Slide 5 - Open question

BEROERTE

Slide 6 - Slide

Een beroerte wordt ook wel een cva genoemd. Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

kenmerken beroerte

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

MEDICIJNEN
Vrij verkrijgbare medicijnen
Medicijnen op recept

Slide 10 - Slide

Welke vrij verkrijgbare medicatie ken je?

Slide 11 - Open question

Wat zijn medicijnen?
A
Stoffen die je lichaam en geest negatief beïnvloeden
B
Stoffen die je lichaam en geest positief beïnvloeden
C
Stoffen die bedoeld zijn om je gezondheid te verbeteren
D
Stoffen die bedoeld zijn om je gezondheid te verslechteren

Slide 12 - Quiz

Hoe noem je de uitgebreide voorlichting waarin staat hoe je een medicijn moet gebruiken?

Slide 13 - Open question

Wat is een voorschrift?
A
Hierop staat hoe je een medicijn moet gebruiken
B
Hierop staat welke beslissing je het beste kunt nemen
C
Hierop staat hoe je je leven moet leiden
D
Hierop staat welke arts je hebt

Slide 14 - Quiz

Bijwerking komen altijd en bij iedereen voor die medicijnen slikt.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Welke bewering klopt niet?
A
In de bijsluiter staan mogelijke bijwerkingen
B
In de bijsluiter staat in welke dosering je het middel moet gebruiken
C
In de bijsluiter staat hoe het middel gebruikt moet worden
D
in de bijsluiter staat welke arts het middel heeft voorgeschreven

Slide 16 - Quiz

De dosering medicijnen hangt af van o.a. je leeftijd, geslacht en conditie.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

welke vitamines en
mineralen
weet je?

Slide 18 - Mind map

Wat moet er altijd op een recept staan?

Slide 19 - Open question

Creatieve opdracht
Bedenk een medicijn en maak de medicijnverpakking en bijsluiter 

Slide 20 - Slide

Evaluatie les
Wat vond jij van deze les en waarom?

Slide 21 - Open question