de dierlijke cel 2

Dierlijke cel
Plantaardige cel
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieSecundair onderwijs

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Dierlijke cel
Plantaardige cel

Slide 1 - Slide

les doelen
  • Op het einde van de les ken je de bouw, de eigenschappen en de functie van de mitochondriën 

Slide 2 - Slide

waaraan denk je bij de term celorganellen?

Slide 3 - Mind map

welke celorganellen ken je nog?

Slide 4 - Mind map

Welke eigenschap van het celmembraan is juist?
A
Alle stoffen kunnen het celmembraan passeren
B
Geen enkele stof kan het celmembraan passeren
C
Sommige stoffen kunnen het celmembraan passeren
D
Alleen water kan het celmembraan passeren

Slide 5 - Quiz

Ken je nog het verschil tussen hydrofoob en hydrofiel?

Slide 6 - Open question

In de celkern worden de eiwitten gemaakt.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

de celkern speelt een belangrijke rol bij het regelen van allerlei processen in de cel
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Welk celorganel bevat de code om enzymen te maken?
A
Ribosomen
B
Kern
C
Mitochondriën
D
Cytoplasma

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Bouw van mitochondrien
  • een dubbel membraan. 
  • instulpingen (= de cristae). 
  • de matrix
  • eigen circelvormige DNA. 
  • het prokaryoten  in                                                                  endosymbiose leven                                                            met de eukaryote cel.

Slide 11 - Slide

1
2
3
4
Celmembraan
Mitochondriën
Cytoplasma
Celkern

Slide 12 - Drag question

Wat doen mitochondriën?

Slide 13 - Mind map

Mitochondriën
Energie
Glucose

Slide 14 - Slide

Waarom worden mitochondriën ook wel energiefabriekjes genoemd?

Slide 15 - Open question

Spiercellen bevatten veel mitochondriën.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

welke spiervezels hebben meer mitochondriën?
A
snelle
B
langzame

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Molecuul
Organel
Cel
Weefsel
Mitochondriën
Vetcellen
Spierweefsel
ATP
Vet

Slide 19 - Drag question

Welk celorganel zie je?
A
Celkern
B
Golgi apparaat
C
Mitochondriën
D
Endoplasmatisch reticulum

Slide 20 - Quiz

Welke delen heb je begrepen?

Slide 21 - Open question

Welke delen heb je nog niet begrepen? En herhalen we best volgende week.

Slide 22 - Open question