Ezelsbruggetje: (fe)esttenten
F *na de stam krijgt elk persoonlijk voornaamwoord zijn
E eigen uitgang. Hiernaast zie je welke uitgang bij
ich E 1 welk persoonlijk voornaamwoord hoort.
du ST 2
er/sie/es T 1 *1 - 2 is voor aantal letters na de stam.
wir EN 2
ihr T 1 voorbeeld: du spielst
sie/Sie EN 2