This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Ander voorbeeld
De wijze, kleine, geinige meid
Voorbeelden:
Je hebt mensen en mensen.
Uur na uur na uur zagen we hetzelfde.
Ik ben het zat, zat, zat.
Drommels, drommels en nog eens drommels.
We plaatsen beeld (= olifant) en object (= rots) naast elkaar.
Zoals in een vergelijking, maar we laten "als" vallen.
Nu kun je bijvoorbeeld zeggen:
"Laten we die olifant eens beklimmen!"