nieuwjaar en fictie

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat deed jij in de vakantie?

Slide 2 - Slide

Nieuw jaar-nieuwe kansen:
Schrijf een tip en top op voor mij.

Schrijf op waaraan jij extra wil gaan werken tijdens de les Nederlands. Waar heb je meer uitleg voor nodig?

Doe dit via papier dat je van mij krijgt.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide



-verzonnen
-kan net echt lijken=realistisch
-kan best een kern van waarheid hebben maar schrijver verzint er van alles bij.


-waar gebeurd
-gebaseerd op feiten
-er wordt iets uitgelegd.
Fictie
Non-fictie

Slide 7 - Slide

Perspectief
  • Standpunt van waaruit een schrijver een verhaal vertelt. 
Eerste persoon: ik-figuur- je krijgt gedachten en gevoelens te lezen. Ik-figuur is meestal niet de schrijver zelf.
Derde persoon: hij/zij figuur.
Wisselend perspectief: je komt als lezer meer te weten over verschillende personages.

Slide 8 - Slide

Hoofd- en bijpersonen
Round character
  • Hoofdpersonen.
  • Je leert hun karakter kennen.
  • Ze veranderen door gebeurtenissen in het verhaal.
Flat character
  • Bijpersonen.
  • Personen zijn nodig voor verhaal.
  • Je weet weinig van ze,
  • Soms alleen hun naam;

Slide 9 - Slide

Spelen met tijd
  • Chronologisch. Schrijver volgt de tijd.
  • Verhaal begint bij begin (ab ovo).
  • Terugblik vanaf het midden (in medias res) door middel van flashbacks.
  • Terugblik vanaf het einde (post rem) door middel van flashbacks.
  • Flashforwards: vooruitblikken geven.

Slide 10 - Slide

Hoe eindigt een verhaal?
  • Gesloten einde. Vragen zijn beantwoord.
  • Open einde. Je moet als lezer zelf bedenken wat er gebeurd kan zijn. 

Slide 11 - Slide

Fictie
of 
niet?

Slide 12 - Slide

Fictie
of niet?

Slide 13 - Slide

Fictie
of niet?

Slide 14 - Slide

Fictie
of niet?

Slide 15 - Slide

Fictie
of niet?

Slide 16 - Slide


Hoe kan een schrijver in een verhaal spelen met tijd?

Slide 17 - Open question


Op welke manieren kan een schrijver een boek eindigen?

Slide 18 - Open question

Lezen tekst Roald Dahl
Wat weten we over Roald Dahl?
Let bij deze tekst op de volgende zaken:
Welke personen zijn round characters?
Wordt er gespeeld met tijd?
In hoeveel tijd speelt het verhaal zich af?
Hoe eindigt het verhaal? 

Slide 19 - Slide