Lesson 4: Speaking opdr. 45 t/m 48

Vak: Engels
Unit: 3
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Engels
Unit: 3
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Take your English book, don't open it yet!



Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen. 

Reflecteren
- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.  



Slide 3 - Slide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Alex

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
De rest van de klas

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Jara

Slide 4 - Slide

3. Lesdoel
Na deze les kun je:
- de Words van 3.4
- de phrases herkennen van 3.4
- grammar could & couldn't
- korte antwoorden geven in een zin
- de uitspraak van de letter 'g' (spreken)







Slide 5 - Slide

Verdiept arrangement:
Alex

Huiswerk noteren + maken:
Les: 4
blz. 125 t/m 128
opdr. 45 t/m 48

Slide 6 - Slide

Mini-check
Quiz mee

Slide 7 - Slide

Welke hoort er NIET bij?
Gebruikt could / couldn't ...
A
In een beleefde vraag
B
Om aan te geven dat je iemand kent
C
Bij het geven van een mogelijkheid
D
Als je iets voorstelt

Slide 8 - Quiz

Kies: Could of Couldn't
A
Could you take our picture?
B
Couldn't you take our picture?

Slide 9 - Quiz

Choose could / couldn't

We could / couldn't sell our old DVDs on eBay, we never use them anymore.
A
could
B
couldn't

Slide 10 - Quiz

Choose could / couldn't

I could /couldn't give you the answer to this problem. It's too difficult.
A
could
B
couldn't

Slide 11 - Quiz

Wie maakt wat?
3 vragen goed? Zelfstandig aan de slag:
Les 4, blz. 125 t/m 128, opdr. 45 t/m 48

De rest doet mee met de instructie

Slide 12 - Slide

4. Instructie
Kijk en luister mee naar de volgende dia's. 

Slide 13 - Slide

Could
Als je iemand iets beleef wilt vragen (als je iemand niet kent)

Could you pass me the salt?
Could you help me please?

Could en couldn't is dus 
een beleefdheidsvorm. 

Slide 14 - Slide

Het geven van korte antwoorden.
bevestigend en ontkennend. (+/-)

Slide 15 - Slide

De phrases van 3.4
Lees mee op bladzijde 127. 

Slide 16 - Slide

In het Engels zijn er letters die in verschillende woorden een andere uitspraak hebben. De meest opvallende hiervan is de letter 'g'.

Slide 17 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 4, blz. 125 t/m 128, opdr. 45 t/m 48

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 
Niels; laptop pakken om het verhaal voorgelezen te krijgen. 

Slide 18 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 4, blz. 125 t/m 128, opdr. 45 t/m 48  --> namen lln
B: les 4, blz. 125 t/m 128, opdr. 45 t/m 48  --> De hele kals
I: les 4, blz. 125 t/m 128, opdr. 45 t/m 48  --> namen lln
Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets/ lezen / woordzoeker. 
timer
40:00

Slide 19 - Slide

7. Evaluatie
Zelfstandig leren
- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen. 

Reflecteren
- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.  



Slide 20 - Slide

Wat herhalen we in een short answer?
A
het (hulp)werkwoord
B
het lijdend voorwerp
C
het meewerkend voorwerp
D
het onderwerp

Slide 21 - Quiz

Short answer, please:
Can I help you?
A
No, you won't.
B
Yes, you will.
C
No, you can't.
D
Yes, you do.

Slide 22 - Quiz

Short answer, please:
Were they at home?
A
No, they wasn't.
B
No, they won't.
C
No, they will not.
D
No, they weren't.

Slide 23 - Quiz

Short answers:
Was he a teacher?
A
No, he isn't
B
No, he wasn't
C
No, he can't
D
No, it wasn't

Slide 24 - Quiz

Use short answers.

Is Shelly nice? Yes, ...
A
they are.
B
she is.
C
she does.
D
it is.

Slide 25 - Quiz

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van EN op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 26 - Slide