211123 Ua epilepsie nakijken

UA epilepsie 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BSPMBOStudiejaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

UA epilepsie 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

1. Veel voorkomende bijwerkingen van antiepileptica

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

2. Wanneer kom je in aanmerking voor geneesmiddelen bij epilepsie?

Slide 3 - Open question

> 2 aanvallen per jaar 
3. Volgens welke twee mechanismen werken anti-epileptica? 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

 Fase 1
Bij bepaalde zenuwen neemt de instroom van Na+ ionen sterk toe.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

 Fase 2
In fase 2 wordt dit evenwicht verstoord, de activiteit van glutamaat neemt toe. Bij veel zenuwen ontstaan ongecontroleerde electrische impulsen 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

● Fase 3
Met name de instroom van Ca 2+ neemt sterk toe.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

4. Hoeveel vd patienten worden aanvalsvrij?

Slide 8 - Open question

70%
5. Nadelen van geneesmiddelen komen pas na langere tijd naar voren. Noem twee nadelen van anti-epileptica die na langere tijd zijn ontdekt.

Slide 9 - Open question

Carbamazepine; verlaagde leverenzymen
Natriumvalproaat; schade ongeboren kind

6. Moeten anti-epileptica levenslang worden gebruikt? Zo ja, waarom. Zo nee, hoe kan je stoppen?

Slide 10 - Open question

Kinderen groeien er vaak overheen; bij bekende oorzaak, na verhelpen hiervan.
Indien onbekend; > 2 jr aanvalsvrij
Rustig afbouwen ivm onttrekkingsverschijnselen

7. Welke opties zijn er als anti-epileptica niet goed helpen

Slide 11 - Mind map

chirurgie
8. Wanneer wordt noodmedicatie gebruikt?

Slide 12 - Open question

bij spiertrekkingen > 5min om status epilepticus te voorkomen

9. Welke noodmedicatie worden er veel gebruikt en in welke toedienvorm?

Slide 13 - Mind map

diazepam (rectaal, rectiole) Midazolam (neusspray nasaal 1e keus), clonazepam(oraal druppels)
10. Wat is substitutie van geneesmiddelen en waarom mag dit niet met anti-epileptica?

Slide 14 - Open question

smalle therapeutische breedte