examendossiertoets

Examendossiertoets
1 / 39
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Examendossiertoets

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

TOETS
1= omzet en winst berekenen(zonder grafiek)
2= break even omzet/ afzet
3= winst/ omzet(zonder grafiek)
4= evenwichtsprijs en nieuw aanbod
5= aanbod en winst

Slide 3 - Slide

Toets
7= winst en maximumprijs

Slide 4 - Slide

bereken de totale kosten

Slide 5 - Slide

antwoord is..

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Bereken de totale winst

Slide 8 - Slide

antwoord is...

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Wat is het Breakeven-point?

Slide 11 - Open question

In de grafiek zien we de twee break-even-punten. Er zijn twee snijpunten van GO en GTK.

Slide 12 - Slide

Welke hoeveelheid moet de ondernemer minimaal produceren?

Slide 13 - Open question

Bij welke hoeveelheid maakt de ondernemer verlies?

Slide 14 - Open question

In de grafiek zien we de twee break-even-punten. Er zijn twee snijpunten van GO en GTK.

Slide 15 - Slide

MO=MK
Het verschil tussen MO en MK wordt wel steeds kleiner als er meer geproduceerd wordt, maar zolang MO > MK zal de winst stijgen.
Tot 35.000 producten zal de winst dus blijven stijgen.Na 35.000 producten worden de MK > MO. Dat wil dus zeggen dat een extra product méér extra kost dan het extra oplevert, waardoor de totale winst daalt.

Slide 16 - Slide

GO = GTK
A
vertelt ons bij welke productie-omvang het bedrijf maximale winst haalt.
B
vertelt ons bij welke productie-omvang de producent maximale omzet haalt.
C
vertelt ons de productie-omvang waarbij er geen winst en geen verlies gemaakt wordt.

Slide 17 - Quiz

MO = 0
A
vertelt ons de productie-omvang waarbij er geen winst en geen verlies gemaakt wordt
B
vertelt ons bij welke productie-omvang de producent maximale omzet haalt.
C
vertelt ons bij welke productie-omvang het bedrijf maximale winst haalt.

Slide 18 - Quiz

MO = MK
A
vertelt ons bij welke productie-omvang het bedrijf maximale winst haalt.
B
ertelt ons bij welke productie-omvang de producent maximale omzet haalt.
C
vertelt ons de productie-omvang waarbij er geen winst en geen verlies gemaakt wordt.

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Bepaal de productie: 2Q en 1Q(MO=MK)
MO = -2Q + 100, MK=30

Slide 21 - Slide


Slide 22 - Open question

Bepaal de prijs(Qv = – P + 100)

Slide 23 - Slide

De prijs is

Slide 24 - Open question

Bereken de gemiddelde kosten per product
GTK = GVK + GCK

Slide 25 - Slide

GTK=(formule)

Slide 26 - Open question

Bereken de gemiddelde kosten per product
GTK = GVK + GCK(De variabele kosten bedragen € 30 per product
De constante kosten bedragen in totaal € 1.000.000)

Slide 27 - Slide

gemiddelde kosten per product is

Slide 28 - Open question

1. De markt voor T-shirts kent de volgende functies:
Qv = -2p + 200
Qa = P-40
Qv = gevraagde hoeveelheid x 1.000; Qa = aangeboden hoeveelheid x 1.000;
P = Prijs per stuk in euro's.

Bij het marktevenwicht is:
A
de prijs € 40, de verkochte hoeveelheid 80.000 stuks en de omzet € 3,2 miljoen.
B
de prijs € 80, de verkochte hoeveelheid 400.000 stuks en de omzet € 32 miljoen.
C
de prijs € 80, de verkochte hoeveelheid 40.000 stuks en de omzet € 3,2 miljoen.
D
de prijs € 40, de verkochte hoeveelheid 40.000 stuks en de omzet € 1,6 miljoen.

Slide 29 - Quiz

Uitleg vraag 1
  • Het marktevenwicht bereken je door Qv = Qa
  • Door in te vullen en gelijk te stellen kom je op P = € 80
  • Invullen in de Qv vergelijking geeft; Qv = -2 x 80 + 200 = 40

  • De evenwichtsprijs is dus € 80
  • De evenwichtshoeveelheid is 40.000 stuks
  • En de omzet is € 80 x 40.000 = € 3,2 miljoen

Slide 30 - Slide

3. MOPS opereert op een markt van volkomen concurrentie. Bereken de variabele kosten per artikel.

Slide 31 - Open question

4. Bereken voor MOPS wat de break-even afzet bedraagt.

Slide 32 - Open question

5. Is de winst bij 25.000 stuks per jaar de maximale winst of niet? Verklaar je antwoord.

Slide 33 - Open question

6. De markt die hiernaast grafisch is weergegeven is een:
A
Volkomen concurrentie
B
Monopolie

Slide 34 - Quiz

Uitleg vraag 6
We hebben geleerd:
  • Bij een volkomen concurrentie is P = GO = MO
  • Bij een monopolie is P = GO maar niet gelijk aan MO

In de grafische weergave van de markt zagen we dat er een aparte MO en GO functie getekend zijn. Er is dus sprake van een monopolie in deze afbeelding. 

Slide 35 - Slide

8. De prijs waarbij er
maximale winst is
ligt bij € ......
A
15
B
600
C
1.200
D
1.500

Slide 36 - Quiz

Uitleg vraag 8
  • Om naar maximale winst te streven kijkt de ondernemer naar het punt waar MO = MK  
  • MO = MK bij een prijs van € 1.500
  • Het juiste antwoord op vraag 8 was daarom antwoord D

Slide 37 - Slide

9. Bereken de maximale winst.

Slide 38 - Open question

10. Deze aanbieder heeft maximale omzet bij welke afzet?
A
60.000 producten
B
150.000 producten
C
180.000 producten
D
300.000 producten

Slide 39 - Quiz