Paragraaf 2.8

2.8 leerdoelen
-je weet het verschil tussen mechanische en chemische verwering
-je kent de klimatologische omstandigheden waaronder
de soorten verwering en erosie vooral voorkomen
-je kent de soorten massabewgingen en hun ontstaan
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.8 leerdoelen
-je weet het verschil tussen mechanische en chemische verwering
-je kent de klimatologische omstandigheden waaronder
de soorten verwering en erosie vooral voorkomen
-je kent de soorten massabewgingen en hun ontstaan

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Wisbordjes

Slide 4 - Slide

In de Ardennen vindt verwering plaats. Wat is verwering?
A
Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei.
B
Het uitschuren van hard gesteente door verweringsmateriaal.
C
Het uitschuren van hard gesteente door water, ijs of wind.
D
Het afschuren van hard gesteente door water, ijs of wind

Slide 5 - Quiz

Verwering is een
A
Endogene kracht
B
Exogene kracht

Slide 6 - Quiz

Verwering is verwering door hitte, vorst en druk is.....
A
Mechanische verwering
B
Chemische verwering

Slide 7 - Quiz

Mechanische verwering is verwering door....?
A
Hitte
B
Vorst
C
Druk
D
Hitte en druk

Slide 8 - Quiz

Verwering bestaat uit chemische verwering en mechanische verwering. Wat is er nodig voor chemische verwering?
A
Hoge temperaturen
B
Zure gassen in de lucht zoals CO2
C
Zacht gesteente
D
Harde wind

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Erosie
A
endogene kracht
B
exogene kracht

Slide 11 - Quiz

Welke transporteur van erosie zie je hier?
A
wind
B
rivieren
C
ijs
D
zeeën

Slide 12 - Quiz

Wat is de sterkste transporteur (vervoerder) van verweringsmateriaal?
A
Wind
B
Water
C
IJs

Slide 13 - Quiz

Erosie is;
A
Materiaal dat is ontstaan door afbraak
B
Verweringsmateriaal
C
Afschuren van het aardoppervlak
D
Het neerleggen van sediment

Slide 14 - Quiz

Maak nu in je digitale werkboek
Paragraaf 2.8 opgave 1,3,4

Slide 15 - Slide

Opdracht 1
a In een tropisch regenwoud is de temperatuur en de neerslag erg hoog. Hierdoor is chemische verwering goed mogelijk. De overweldigende plantengroei zorgt voor mechanische (biologische) verwering.
b Er komt mechanische verwering voor. In woestijnen is het verschil tussen de dag- en nachttemperatuur erg hoog. Het gesteente zet overdag uit en krimpt ’s nachts weer in.
c Op de polen is de temperatuur meestal heel laag waardoor water bevriest en vorstverwering/mechanische verwering optreedt. Door de lage temperatuur vindt vrijwel geen chemische verwering plaats.

Slide 16 - Slide

Opdracht 3
a Door de lage temperatuur vindt er vooral vorstverwering plaats. Chemische verwering is door de lage temperatuur en geringe hoeveelheid neerslag nagenoeg niet mogelijk.
b Doordat in woestijnen water ontbreekt. Water is bij chemische verwering nodig om (een deel van) het gesteente op te lossen.
c De relatief lage temperatuur: die belemmert de intensiteit van chemische verwering.

Slide 17 - Slide

Opdracht 4
a – de hoeveelheid neerslag
– het reliëf
b Oekraïne ligt op een gematigde breedte. Diepe geulen betekent veel en/of onregelmatige neerslag.
Er groeit niet veel vegetatie, een BS-klimaat is het meest waarschijnlijk.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

wat zijn massabewegingen
A
het langs de helling naar beneden bewegen van gesteente
B
het vallen van stenen
C
helling waar wat langs valt
D
geen idee

Slide 20 - Quiz

Beoordeel de volgende stellingen. Welke is juist?

I Het soort massabeweging hangt onder andere af van de steilheid van
een helling.
II In oude gebergten zal het verbrokkelde gesteente vooral van de helling
vallen in plaats van schuiven of rollen.
A
Alleen I is juist.
B
Alleen II is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.

Slide 21 - Quiz

Goed of fout?
Zwaartekracht is een massabeweging
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

Goed of fout?
Na massabewegingen zal het materiaal gaan verweren
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quiz

Wat is de snelste massabeweging?
A
Lawine
B
Modderstroom
C
Lahar
D
Aardverschuiving

Slide 24 - Quiz

Is een gletsjer dan een vorm van massabeweging
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

massabeweging hangt af van:
A
snelheid
B
vegetatie
C
mate van verzadiging met water
D
temperatuur

Slide 26 - Quiz

Laat zien dat je de leerdoelen van de paragraaf/paragrafen beheerst.

Slide 27 - Open question

Opdracht 2
Erosie, omdat door de kracht van de golven (zeewater waarin onder andere zand, grind en schelpen zitten) de kust wordt weggeslagen

Slide 28 - Slide

Opdracht 5
Massabeweging wordt afgeremd, wanneer deze factor toeneemt 
plantenwortels
wrijving
 
 Massabeweging wordt versterkt, wanneer deze factor toeneemt
hellingshoek/reliëf
hoeveelheid verweringsmateriaal
waterverzadiging

Slide 29 - Slide

Opdracht 6
a − (steile) hellingen
− vaak veel neerslag
b De snelheid van een modderstroom is door een grote hoeveelheid water hoger dan die van een aardverschuiving.
c Bij een puinhelling valt het materiaal en speelt dus alleen de zwaartekracht een rol. Bij een aardverschuiving glijdt het materiaal over de ondergrond en speelt naast de zwaartekracht water een belangrijke rol.

Slide 30 - Slide

Opdracht 7
a Boomwortels houden de verweringslaag vast, waardoor deze minder makkelijk gaat schuiven. b Voorbeelden van goede antwoorden:
– Door de bomen te kappen, verdwijnen de wortels die de grond vasthouden.
– Door het verdwijnen van de wortels neemt de wateropnamecapaciteit van de bodem af.  – Door bomen te kappen, verdwijnen de bladeren die de kracht van de neerslag afremmen. c Als er stroken bomen op de helling blijven staan, neemt de kans op bodemerosie af. De stroken remmen de stroomsnelheid van het water (en de eventueel verschuivende grond) over de helling af.

Slide 31 - Slide