V3a - Schrijfvaardigheid - Plot

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Welkom V3a

Programma

1. 10 minuten stil lezen- boek 2 eind week 5 uit!
   
2. Fictie 2-vorm en inhoud, opdracht 1-4 (zie teams)
   
3. Opdracht 5 maken en bespreken, blz 66
   
4. Schrijfvaardigheid 2, plot blz 90-93
5. Herkansers, toets kort na bespreken
   
6. Afsluiting en vooruitblik
   

10 minuten lezen

Fictie 2, nakijken opdr 1-4, blz 66

1    a     Er is veel wit op de pagina.
    b    De tekst is proza. De tekst bestaat bijna helemaal uit een dialoog. Wanneer een nieuwe spreker aan het woord komt, begin je een nieuwe regel. Dat er veel wit op de pagina is, is dus niet een bewuste keuze van de auteur.  
2    a     De tekst bestaat voor een groot gedeelte uit dialoog.
    b    De tekst behoort niet tot de dramatiek omdat er tussen het dialoog ook andere tekst staat terwijl er geen sprake is van toneelinstructies. Het is niet bedoeld om op toneel te spelen. De tekst behoort dan ook tot de epiek. In deze tekst wordt een verhaaltje verteld over de mier en de eekhoorn en er is sprake van een gebeurtenis; het weggaan en missen van de mier.
3         De tekst bevat veel dialoog en weinig beschrijvingen. Daarnaast worden gevoelens en emoties letterlijk verteld in het verhaal. De eekhoorn vraagt bijvoorbeeld iets verbaasd, of zegt iets verdrietig. Tellegen gebruikt geen moeilijke woorden, het is een kort fragment en er staat een plaatje bij.

4        Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Je kunt iemand missen, nog voordat diegene weg is.

Fictie 2 opdracht 5 en 6  blz 66

5         ‘Pluk de dag’ is een voorbeeld van epiek. ‘De zee’ is een voorbeeld van lyriek. In ‘Pluk de dag’ is er sprake van een verhaal, waarin de ik-persoon ontdekt dat de deksels op andere potjes passen. Er gebeurt dus iets, hoe klein ook. In ‘De zee’ is er geen sprake van een verhaal, er wordt alleen een gevoel overgebracht.
6        De titel van het gedicht betekent dat je moet genieten van vandaag. De ik-figuur in het gedicht doet dit door zich te verwonderen over de deksel van het ene potje dat ook op het andere potje past.

Als men spreekt over plot, dan gaat het over .....

1. tijd
2. ruimte
3. gebeurtenissen
4. moraal/wijze les

Wat is een plot?

1. De inhoud van het verhaal
2. De verhaallijn
3. Het einde van het verhaal met de nadruk op de ontknoping
4. Het hoofdpersonage van het verhaal

SV 2 PLOT

Leerdoel:

1. Je leert dat elk verhaal een plot (=verhaallijn) heeft, dat volgens zeven stappen is opgebouwd. Een goed plot is samen te vatten in één kernzin ook wel premisse genoemd.
2. Premisse=de rode draad=waar gaat het verhaal over in één zin.
   

plot

vertel-

perspectief

karakter

chronologie

 samenvatting van het verhaal

wie het verhaal vertelt

eigen-

schappen v/d persoon

volgorde van de

gebeurtenissen

Schrijf een premisse voor een boek dat jij onlangs gelezen hebt en iedereen aan kan raden!
(zie blz 90 voor tips)

opdracht 'zelf een plot schrijven'

Je mag kiezen uit één van de drie onderwerpen op de volgende slide of zelf een onderwerp verzinnen.

Deze opdracht duurt in totaal 25 minuten, de beste/origineelste/ verrassendste/engste etc plotbedenker verdient een reep chocola!

Opdracht

Opdracht

Opdracht

Opdracht

Maak groepjes van drie, vertel je plot aan twee klasgenoten, kies het beste plot!

Doel bereikt?

Je kunt het begin van een verhaal bedenken 

met de start van een goede plot.

Afsluiting en vooruitblik

Volgende les bij  mevrouw Van den Brink

Lezen theorie blz 94 (SV3, Personages en perspectief)

Lees je leesboek 2 uit

Neem je leesboek, lesboek, schrift, pen en laptop mee.

Dank jullie wel en heel veel plezier bij mevrouw Van den Brink

Tot ziens!