H3 Taal en communicatie 16: Framing


Welkom 
h3at!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Welkom 
h3at!

Slide 1 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Taal en communicatie 16: Framing
  3. Afsluiting en vooruitblik


Slide 2 - Slide

10 minuten lezen

Slide 3 - Slide

Opdr. 6 t/m 9
6 a Er is veel wit op de pagina.
 b De tekst is proza. De tekst bestaat bijna helemaal uit een dialoog. Wanneer een nieuwe spreker aan het woord komt, begin je een nieuwe regel. Dat er veel wit op de pagina is, is dus niet een bewuste keuze van de auteur.

7 a De tekst bestaat voor een groot gedeelte uit dialoog.
 b De tekst behoort niet tot de dramatiek, omdat er tussen de dialoog ook andere tekst staat terwijl er geen sprake is van toneelinstructies. Het is niet bedoeld om op toneel te spelen. De tekst behoort dan ook tot de epiek. In deze tekst wordt een verhaaltje verteld over de mier en de eekhoorn en er is sprake van een gebeurtenis: het weggaan en missen van de mier.

8 De tekst bevat veel dialoog en weinig beschrijvingen. Daarnaast worden gevoelens en emoties letterlijk verteld in het verhaal. De eekhoorn vraagt bijvoorbeeld iets verbaasd, of zegt iets verdrietig. Tellegen gebruikt bovendien geen moeilijke woorden.

9 Bijvoorbeeld: Je kunt iemand missen, nog voordat diegene weg is.




Slide 4 - Slide

Taal en communicatie 16

Woorden die werken
Doel: Je leert waarop mensen letten bij het lezen en hoe schrijvers hierop inspelen. 

Slide 5 - Slide

Woorden die werken
  • Een schrijver heeft altijd een doel voor ogen met zijn/haar tekst.
  • De woorden die een schrijver dus kiest, zijn nooit toevallig gekozen.
  • De juiste woorden hebben namelijk invloed op de lezer. 

Slide 6 - Slide

Oogbewegingen

Slide 7 - Slide

Emoties en woorden
Een advertentie kan effectiever worden 
als de maker inspeelt op drie belangrijke 
drijfveren van de mens: hebzucht, angst 
en status

Slide 8 - Slide

Framing
Schrijvers (maar ook politici) kiezen heel bewust woorden 
die een bepaald beeld en gevoel oproepen  bij een onderwerp.

Een goed frame heeft de volgende kenmerken: 
- Het blijft hangen: mensen onthouden het.
- Mensen zijn het er intuïtief mee eens; het klinkt logisch.
- Het speelt in op gevoelens die leven in de samenleving.
- Het vereenvoudigt en structureert de werkelijkheid.

Slide 9 - Slide

In de afbeelding is sprake van framing.
Aan welke eigenschappen van framing
voldoet deze afbeelding? Leg je antwoord uit.
(Tip: kijk nog even op pagina 68 in je boek).

Slide 10 - Open question

Ieder jaar komen er nieuwe woorden bij. Vaak heeft zo een woord te maken met een actuele gebeurtenis. Bijvoorbeeld: dagobertducktaks, sjoemelsoftware en treitervlogger. Zou er bij deze woorden sprake zijn van framing? Leg je antwoord uit.

Slide 11 - Open question

Leerdoelcheck!
Waar letten mensen op bij het lezen en hoe spelen schrijvers hierop in?

Slide 12 - Open question

Leerdoelcheck!
Wat is framing?

Slide 13 - Open question

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 11 december
  • Huiswerk: -
  • Meenemen: LAPTOP, boek, leesboek, schrift en pen
  • Programma: schrijfvaardigheid

Slide 14 - Slide