Derde klassen 19 oktober

• Duits
• Middelbare school
• vmbo, mavo, havo, vwo
• Leerjaar 3

                               Herzlich Willkommen! 

Was machen wir heute?

• Grammatik Wiederholung
• Feesttenten + haben und sein + werkwoorden met de stam op d/t

Maak nu de volgende opdrachten:

Hoofdstuk 1 & 2

Bladzijde  4, 5 en 6

Zorg ervoor dat je ook de informatie goed doorleest.

Klaar? Kijk de hoofdstukken 0, 1 en 2 + 3 na via het nakijkmodel op Magister.

Oefen daarna de woorden van hoofdstuk 1 via SlimStampen of WRTS

Wat was het ezelsbruggetje voor de regelmatige werkwoorden?

jullie wonen =

1. ihr wohnen
2. ihr wohnt
3. ihr wohne
4. sie wohnen

Wie (heißen) ... du?

du (kaufen).

1. kaufet
2. kaufe
3. kaufen
4. kaufst

Ich (spielen)

1. spielt
2. spiele
3. spielen
4. gespielt

ihr (machen)

1. machen
2. machst
3. macht
4. machet

Meine Eltern (streicheln) den Hund.

1. streicheln
2. scheichelen
3. streichelt
4. streichele

Ihr .... gut gearbeitet. (haben)

1. habt
2. haben
3. hat
4. hast

Ihr ... zu spät (sein)

1. seid
2. sind
3. bin
4. bist

Wir .... Hausaufgaben gemacht. (haben)

1. hat
2. habe
3. habt
4. haben

Lisa ..... krank (sein)

1. bist
2. sind
3. ist
4. bin

Ich ... etwas gemacht (haben)

1. haben
2. habe
3. habt
4. hat

Wat gebeurt er bij een regelmatig werkwoord als de stam eindigt op een-d of -t?

1. de klinker verandert in een -i
2. er komt geen -s bij "du"
3. bij du-er-sie-es en ihr krijg je eerst een -e-
4. de klinker verandert in -ie

Vul het juiste regelmatige werkwoord in:
warten
Jane ...... auf den Bus

Vul het juiste regelmatige werkwoord in:
reden
Ihr .... zu laut!