This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Planning vandaag
Opening (10min)
Vervolg 6.2Het gaat om de winst! (15min)
Zelfstandig werken (20min)
6.3Op de markt(15min)
Afsluiting (5min)
Slide 1 - Slide
Hoe zit het ook alweer?
Een winkelketen koopt rekenmachines in voor € 5,40 en verkoopt ze met een brutowinstopslag van 45%. De btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs van een rekenmachine.
timer
2:00
Slide 2 - Slide
In deze les leer je:
Wat het verschil is tussen afzet en omzet en hoe je de omzet berekent.
Wat het nettoresultaat is en hoe je dit berekent.
Hoe de prijs invloed heeft op de vraag
Hoe je met een vraaglijn en een aanbodlijn de evenwichtsprijs en -hoeveelheid kunt bepalen
Wat het verschil is tussen een concrete markt en een abstracte markt
Slide 3 - Slide
Afzet en omzet
Afzet =
Aantal producten dat je verkoopt
Omzet =
Opbrengst van de verkoop €
Slide 4 - Slide
Omzet berekenen
De hoogte van de omzet hangt af van?
De afzet
De verkoopprijs
Je berekent de omzet als volgt:
Omzet (verkoopopbrengst) = afzet x verkoopprijs
Stel je verkoopt in een maand 400 laptops voor gemiddeld €800 per stuk. Hoeveel is je afzet? Hoeveel is je omzet?
Slide 5 - Slide
Het nettoresultaat
Omzet (afzet x verkoopprijs)
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat
Slide 6 - Slide
Voorbeeld
Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat
Gamegate heeft € 15.800 omzet behaald. De inkoopwaarde van de games was € 6.700. De personeelskosten zijn € 2.900. De huur van het gebouw is € 1.600. De overige kosten zijn
€ 1.700.
a. Bereken de brutowinst.
...
b. Bereken het nettoresultaat.
...
Slide 7 - Slide
Aan de slag
Wat?Par 6.2opdracht 9, 10 en 11
Hoe? Boek!
Eerste 10 minuten zelfstandig stil daarna fluisteren