This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
5.5 Gedrag
Op tafel:
laptop (lessonup opgestart)
Boek B blz. 118 (hv blz. 130)
Leesboek 5 min
Telefoon in telefoontas
Slide 1 - Slide
Planning
Herhaling
Leerdoelen
Uitleg
Zelfstandig werken
Volgende keer
Slide 2 - Slide
Welke onderdelen behoren tot het centrale zenuwstelsel?
Slide 3 - Open question
Geef de onderdelen in de juiste volgorde: (bewuste reactie) 1. Impulsen gaan via zenuwen naar de hersenen. 2. In de zintuigcellen worden prikkels omgezet tot impulsen. 3. De impulsen worden via de zenuwen naar spieren/ klieren geleid. 4. In de hersenen worden de impulsen verwerkt en ontstaan er nieuwe impulsen.
A
2-4-3-1
B
2-3-4-1
C
2-1-4-3
D
2-1-3-4
Slide 4 - Quiz
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat gedrag is.
Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.
Slide 5 - Slide
Gedrag
- Bestaat uit handelingen die met elkaar samenhangen
- Bijv. jagen of koken
- Handeling effect handelingen = gedragsketen
Gedragsketen
Handeling
Slide 6 - Slide
Waardoor wordt gedrag bepaald?
Gedrag wordt bepaald door prikkels en motivatie
- Prikkel = invloed uit de omgeving
- Inwendige en uitwendige prikkels
Inwendig
Uitwendig
Honger/ dorst
Bericht op je telefoon
Hormonen voor voortplanting
Je ziet een vriend(in) op straat
Een volle blaas
Een hete pan
Motivatie = bereidheid om te reageren op een prikkel
Slide 7 - Slide
Wat is een voorbeeld van een gedragsketen?
A
Jezelf aankleden voor het voetbal
B
Remmen met je fiets
C
Groente snijden voor de groentensoep
D
De lamp aanzetten in een donkere kamer
Slide 8 - Quiz
Geef een voorbeeld van een inwendige prikkel en een uitwendige prikkel.
Slide 9 - Open question
Het pakken van een frietje = respons (reactie op een prikkel)
Slide 10 - Slide
Gedrag: aangeboren vs. aangeleerd
Aangeboren gedrag
Gedrag dat een kind of dier uit zichzelf vertoont (instinct)
Bijv. trappelend kievitskuiken en pasgeboren kalf
Slide 11 - Slide
Gedrag: aangeboren vs. aangeleerd
Aangeleerd gedrag
Gedrag dat door soortgenoten of mensen is aangeleerd
Bijv. trucjes bij een hond
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Is dit een voorbeeld van aangeboren of aangeleerd gedrag?
Aangeboren
Aangeleerd
Slide 14 - Poll
Wat is hier de uitwendige prikkel voor het kuiken?
A
De aanwezigheid van moedermeeuw
B
Het bedelen van de andere kuikens
C
Honger
D
De snavel van de moeder
Slide 15 - Quiz
Bij welke snavel is de motivatie om te pikken het grootste?
A
Gele snavel
B
Gele snavel met rode stip
Slide 16 - Quiz
Sociaal gedrag
Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag noem je een signaal
Handeling van een dier/ mens is een prikkel (dus signaal) voor de handeling van een soortgenoot (respons/ reactie)
Slide 17 - Slide
Normen en waarden
Mensen denken na over hun gedrag.
Niet alle dieren doen dat.
Mensen vinden afwijkend gedrag niet fijn. Om dat te voorkomen zijn er normen en waarden.