1W3 De mens

• AFP
• MBO
• Studiejaar 1

De mens

3

Na deze les...

1 Je vertelt wat vitale functies zijn

2 Je kan factoren noemen die van invloed zijn op de gezondheid

3 Je kan drie vormen van preventie uitleggen

4 Je legt uit hoe gezondheid gemeten kan worden en genoemde verschillen verklaren

Wat betekent "vitaal"? 

Functies die ons lichaam altijd moet uitvoeren!

• lees 1.5 op bladzijde 20
• kijk naar de lijst hiernaast en vertel of het een vitale functie is (en waarom wel/niet)

• ademhaling
• bloeddruk, hartslag
• beweging
• bewustzijn
• eten
• fit zijn
• geheugen
• slapen
• temperatuur
• voortplanting
• weerstand

1.5 De functies van ons lichaam

• een vitale functie is een levensfunctie
• stopt een vitale functie, dan is iemand in levensgevaar en heeft het direct hulp nodig
• vitale functies zijn te meten
• zijn de waardes afwijkend, loopt de vitale functie risico

Geef je gezondheid een cijfer

Wat doe jij om gezond te blijven?

• lees Afb 15 op bladzijde 21
• maak een groepje van drie
• Leg uit hoe de factor de gezondheid beinvloedt en geef een voorbeeld 
• groep 1 en 4 doet factor 1 t/m 4
• groep 2 en 5 doet factor 5 t/m 8
• groep 3 en 6 doet factor 9 t/m 11

1. erfelijke aanleg
2. voeding
3. geld en bezittingen
4. veiligheid
5. vrede
6. gelijkheid
7. lusten en lasten delen
8. milieu
9. mensenrechten
10. opleiding
11. relaties

1.7 Preventie

Maatregelen nemen om ziekte te voorkomen.

1 Primaire preventie

Maatregelen die gezonde personen nemen om niet ziek te worden.

1.7 Preventie

Maatregelen nemen om ziekte te voorkomen.

2 Secundaire preventie

Maatregelen gericht op het vroeg opsporen van  een gezondheidsprobleem

1.7 Preventie

Maatregelen nemen om ziekte te voorkomen.

3 Tertiaire preventie

Maatregelen die zieke personen nemen om erger te voorkomen, voorkomen van complicaties

1. Bedenk van alle drie de vormen van preventie minstens 2 voorbeelden, gebruik internet waar nodig

2. Bespreek met de buurman of vrouw: hadden jullie dezelfde voorbeelden

1.7 Preventie

Screening is het vroegtijdig opsporen van ziekte bij personen die (nog) geen klachten hebben

• prenatale screening
• hielprik screening
• bevolkingsonderzoek

Welke screeningsmethodes ken je nog meer?

Wordt op alle aandoeningen gescreend? Waarom wel/niet?

Welke screeningsmethodes heb jij wel eens gehad?

1.8 Meten van de gezondheid

Hoe gezond is Nederland?

Data uit 2021

1.8 Meten van de gezondheid

• mortaliteit (sterftecijfer)
• prevalentie (het aantal zieken per 100 duizend mensen)
• incidentie (het aantal nieuwe zieken per periode)
• epidemiologie (studie die de verspreiding van ziekten onderzoekt)

• Lees De gezondheid van Nederlanders en verschillen in gezondheid op blz. 23
• maak een groepje van drie
• leg uit hoe het verschil ontstaat en geef een voorbeeld van hoe het verschil ontstaat
• groep 1 , 3 en 5 doet factor 1 t/m 4
• groep 2, 4 en 6 doet factor 5 t/m 8

1. man-vrouw
2. lage-hoge opleiding
3. etnische afkomst
4. alleenstaand-samenwonend
5. oud-jong
6. stad-platteland
7. kwaliteit van zorg
8. soorten medicijnen

Na deze les...

1 Je vertelt wat vitale functies zijn

2 Je kan factoren noemen die van invloed zijn op de gezondheid

3 Je kan drie vormen van preventie uitleggen

4 Je legt uit hoe gezondheid gemeten kan worden en genoemde verschillen verklaren

Na deze les...

1 noem je de organen van borst-, buik en bekkenholte

2 leg je uit welke oorzaak een aandoening kan hebben

3 leg je uit hoe groei en ontwikkeling plaatsvinden

1 Je vertelt wat vitale functies zijn

2 Je kan factoren noemen die van invloed zijn op de gezondheid

3 Je kan drie vormen van preventie uitleggen

4 Je legt uit hoe gezondheid gemeten kan worden en genoemde verschillen verklaren

1.8 Meten van de gezondheid

Vind antwoord op de vraag:

• wat valt op als je kijkt naar het aantal overledenen per categorie verdeeld over de verschillende jaren?  
• geef een verklaring voor daarvoor

1.8 Meten van de gezondheid

Vind antwoord op de vraag:

• wat valt op als je kijkt naar het percentage jongeren met de verschillende aspecten over de verschillende jaren? 
• geef een verklaring daarvoor 

zelf maken

H1 De mens

• Opdracht 22 t/m 30