This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
§5.1 Verwering en erosie (3)
Slide 1 - Slide
Chemische verwering komt vooral voor in ....?
A
koude, vochtige gebieden.
B
koude, droge gebieden.
C
warme, vochtige gebieden.
D
warme, droge gebieden.
Slide 2 - Quiz
Het uitschuren van een gletsjerdal is een voorbeeld van ...
A
mechanische verwering.
B
chemische verwering.
C
mechanische én chemische verwering.
D
erosie.
Slide 3 - Quiz
Vraag 4
4a: Frankrijk, Spanje en Andorra.
4b: Door een gletsjer. Het is een U-vormig dal met een brede bodem en vrij steile hellingen.
4c: Door rivieren. Het zijn V-vormige dalen met een smalle bodem en schuin oplopende hellingen.
Slide 4 - Slide
Vraag 5
Foto 1 op plaats A, foto 2 op plaats B. Bij foto 2 is het verweringsmateriaal meer afgerond dan bij foto 1. Foto 2 is dus verder stroomafwaarts.
Slide 5 - Slide
Vraag 6
a en b:
Foto 1: erosie. Het verweringsmateriaal in het zeewater schuurt de kliffen af. Op de ene plaats is het gesteente zachter dan op de andere plaats. Dit wordt eerder afgeschuurd en er ontstaat een boog.
Foto 2: mechanische verwering. Door grote temperatuurverschillen zet de rots overdag uit en krimpt hij ’s nachts. Hierdoor ontstaan barsten en de rots valt in stukken uiteen.
Slide 6 - Slide
Vraag 6 (deel 2)
a en b:
Foto 3: erosie. Rivieren slijten deze dalen uit. Deze foto hoort bij fase 4 van figuur 4.
Foto 4: erosie. Rivieren slijten een dal uit. Deze worden steeds groter en raken elkaar op een gegeven moment. De berg is een restant dat niet weggesleten is. Deze foto hoort bij fase 5 van figuur 4.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Huiswerk
De volgende slide is bron 5 die hoort bij vraag 8.
Het huiswerk voor de volgende keer is: maak §5.1 vragen 7 en 8 en lees § 5.2: Transport en sedimentatie.