Spelling blok 5

Oefentoets Spelling

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefentoets Spelling

Slide 1 - Slide

Vervoeg de woorden die tussen de haakjes staan:
De verdachte …….(beweren) dat hij de diefstal niet heeft ……(plegen).

Slide 2 - Open question

Vervoeg de woorden die tussen de haakjes staan:
Als jij je houding niet ………(verbeteren), word je misschien uit het team …….(zetten).

Slide 3 - Open question

Maak van het woord wat tussen haakjes staat een bijvoeglijk naamwoord.

Mijn ……..(verbazen) oom kreeg een ……(wol) shawl cadeau.

Slide 4 - Open question

Maak van het woord wat tussen haakjes staat een bijvoeglijk naamwoord.

De ……..(vluchten) mensen liepen over de ……….(verbreden) weg.

Slide 5 - Open question

Schrijf het meervoud op van het onderstaande woord.

museum

Slide 6 - Open question

Schrijf het meervoud op van het onderstaande woord.

trolley

Slide 7 - Open question

Schrijf het meervoud op van het onderstaande woord.

salto

Slide 8 - Open question

Schrijf het meervoud op van het onderstaande woord.

bacterie

Slide 9 - Open question

Schrijf het meervoud op van het onderstaande woord.

muziek

Slide 10 - Open question

Maak van de onderstaande woorden een samenstelling.

groente + afdeling

Slide 11 - Open question

Maak van de onderstaande woorden een samenstelling.

boek + tas

Slide 12 - Open question

Maak van de onderstaande woorden een samenstelling.

tosti + apparaat

Slide 13 - Open question

Beide of beiden?

De ……..(meeste) kinderen houden van patat.

Slide 14 - Open question

Beide of beiden?

Mijn twee zussen zitten ……(beide) op hockey.

Slide 15 - Open question

Beide of beiden?

De twee winkels gingen door corona ……….(beide) failliet.

Slide 16 - Open question

Zet leestekens op de juiste plaats.

Noud help je mee


Slide 17 - Open question

Zet leestekens op de juiste plaats.

Ach wat jammer


Slide 18 - Open question

Zet leestekens op de juiste plaats.

Stella zegt ik ga naar huis


Slide 19 - Open question

Zet leestekens op de juiste plaats.

Ik weet niet zegt Anne hoe hij heet


Slide 20 - Open question

Toets handelingsdeel spelling
Donderdag 15 oktober maken wij het handelingsdeel van Spelling, zorg dat je voorbereid bent.

Slide 21 - Slide