omdat, zodat, nadat, voordat, doordat, toen, als, wanneer, hoewel, of,
terwijl, sinds, zodra, mits, tenzij
HOOFDZIN : Mounir zag Samir onderaan de trap
HOOFDZIN CONJUNCTIE BIJZIN
Mounir belde 112
toen hij Samir
onderaan de trap zagMounir belde 112 omdat hij Samir onderaan de trap zag
Mounir belde 112 nadat hij Samir onderaan de trap zag