Les 7 Medicijngebruik

Les 7 - medicijngebruik

1 / 30
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 7 - medicijngebruik

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Even terugblikken op les 6

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke 3 verschillende soorten spieren ken je?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Een skeletspier wordt gebruikt voor onwillekeurige gecontroleerde bewegingen van botten ten opzichte van elkaar
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

De skeletspieren zijn lange onvertakte dwarsgestreepte vezels en liggen in bundels bij elkaar
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Welke medicatie ken je al?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Check jij altijd de datum als jij een paracetamol neemt?
Ja
Nee

Slide 7 - Poll

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Waarvoor heb jij wel
eens medicatie gebruikt?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Zoek maar eens op
wat de chemische,
generieke en merknaam
van paracetamol is.

Slide 13 - Mind map

de chemische naam: para-acetylaminofenol.
Generiek = de stofnaam = paracetamol
Merknamen Panadol, Apc, Ppc, Dafalgan, Sinaspril

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Medisch rekenen
 Als je medicijnen toedient via een niet- klaargemaakte injectie (parenterale toediening)  moet je de gebruiksoplossing zelf maken.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Oplossen en verdunnen
Er zitten meestal twee flacons in de verpakking: een flacon met het poedervormige medicijn en een flacon met het oplosmiddel. 

Hoe weet je de hoeveelheid die je moet toedienen?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Concentratie
Hoeveel medicijn zit er nu in een oplossing? Bij oplossingen is er altijd sprake van een concentratie. Een concentratie geeft aan hoeveel gram van een stof in een vloeistof is opgelost. Een concentratie wordt vaak uitgedrukt in procenten (%)

Let op: MG/ML!!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

1% = 10 mg/ml
Onthoud dit goed!!!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hoeveelheid
Je deelt wat je nodig (N) hebt door wat je in voorraad (V) hebt. Zo krijg je de hoeveelheid die je aan de zorgvrager moet geven.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Zorgpad
Leerpad: Verpleegkundig rekenen
Introductie in de praktijk
Kennis
Hoofdstuk 1: Rekenen met maat en getal
Hoofdstuk 1.1, 1.2 en 1.3


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke risico's hebben medicijnen?
Welke ken je al?

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Ken jij al wetten welke te maken hebben met medicatieveiligheid?
Ja
Nee

Slide 25 - Poll

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

In de Geneesmiddelenwet staat hoe een medicijn mag worden geproduceerd en verhandeld. Hiervoor is een vergunning nodig. De volgende personen mogen medicijnen op recept aan patiënten geven:
apothekers
huisartsen met een vergunning voor apotheker
personen en instanties met een speciale vergunning

Slide 27 - Slide

De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) moet de kwaliteit bevorderen van de zorg die beroepsbeoefenaren leveren. De wet is ook bedoeld om patiënten of cliënten te beschermen tegen ondeskundig of onzorgvuldig handelen van individuele zorgverleners.

Slide 28 - Slide

De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) verplicht zorgaanbieders hun eigen kwaliteit te bewaken, te beheersen en te verbeteren.

Slide 29 - Slide

WGBO - Wet Geneeskundige Behandelings-overeenkomst
Hierin staat welke rechten en plichten patienten en zorgverleners hebben als het gaat om een geneeskundige behandelingsovereenkomst.
Zijn er nog vragen?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions