Concentratie, voorschrift of voorraad

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 2

Concentratie, voorschrift of voorraad

Hoe zat het ook alweer?

Je hebt in voorraad een flacon van 15ml. 

Je hebt in voorraad tabletten van 500 mg

Je hebt in voorraad een flacon van 30 mg/ml. 

Je hebt in een ampul van 2 ml amoxicilline.

1. Voorschrift
2. Concentratie
3. Voorraad

Je hebt een ampul met 100 IE/ml insuline.

1. Voorschrift
2. Concentratie
3. Voorraad

In het dossier staat dat de zorgvrager 10.000 IE medicijn moet krijgen

1. Voorschrift
2. Concentratie
3. Voorraad

Je collega heeft een flacon met 20 ml Pethidine.

1. Voorschrift
2. Concentratie
3. Voorraad

Op het ampul staat 10 mg/ml Pethidine.

1. Voorschrift
2. Concentratie
3. Voorraad

De zorgvrager krijgt 3 x per dag 40 mg Gentamicine.

1. Voorschrift
2. Concentratie
3. Voorraad

Je hebt nog 10 Furosemide tabletten op je karretje liggen.

1. Voorschrift
2. Concentratie
3. Voorraad

Je hebt een voorraad tabletten met 20 mg Furosemide op je karretje liggen.

1. Voorschrift
2. Concentratie
3. Voorraad

Meneer Dreutel moet 40 IE medicijn per keer krijgen.

1. Voorschrift
2. Concentratie
3. Voorraad

Op de flacon Furosemide van jouw zorgvrager 15 ml staat 10 mg/ml

1. Voorschrift
2. Concentratie
3. Voorraad

Ik weet nu het verschil tussen voorschrift, voorraad een concentratie?

1. Ja
2. Nee
3. beetje
4. weet niet

Hoeveel tabletten geef ik?

Welke informatie heb je nodig?

 

1. Wat is de concentratie van het medicijn (C= aanwezig mg of IE)

2. Wat heeft de zorgvrager nodig in mg of IE (V = voorschrift)

1. Meneer moet 75 mg. medicijn krijgen.
Je hebt in voorraad tabletten van 100 mg., hoeveel tabletten geef je?

Meneer moet 75 mg. medicijn krijgen.
Je hebt in voorraad een ampul van 5 ml. In de ampul zit 30mg/ml medicijn.
Meneer heeft 50 mg. nodig, hoeveel ml. geef je?

In een ampul medicijn van 5 ml. zitten 50.000 IE. Mevrouw krijgt 15.000 IE voorgeschreven, hoeveel ml. dien je toe?

Druppels