G3A Latijn 14/12

G3A Latijn
Dinsdag 14 december
1 / 18
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

G3A Latijn
Dinsdag 14 december

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Huiswerk nakijken
Aant. 5.4
Huiswerk:
  • Tekst 30 af
  • M. opdracht 23 t/m 26
--------------------------------------
  • Lees inleiding les 31
  • Maak opdracht 28, 29, 30

Slide 2 - Slide

Overal werden droevige gesprekken gehouden:
‘Wat is er met de Romeinse legioenen gebeurd? Hoe groot is het aantal doden? Wij zijn hier in de stad toch wel veilig?

Rome zelf zal toch niet door Hannibal veroverd of zelfs vernietigd worden? Wij zullen toch niet allemaal gedood worden of als slaven verkocht worden?’

Bij alle tempels werd om de hulp van de goden
gesmeekt door grote menigtes vrouwen, die huilden en schreeuwden:

Slide 3 - Slide

‘Waar zijn onze echtgenoten en zonen en vaders, die door ons zeer worden bemind? Zijn ze allemaal dood?

Jullie, die altijd met zeer grote eerbied door de Romeinen vereerd worden, laten toch zeker niet toe dat dit gebeurt?’

[17] Op het forum was intussen ook een grote menigte mensen samengekomen. In stilte wachtten allen bij het senaatsgebouw op een uitspraak van de senatoren.

De ogen van allen werden/waren gericht op de deuren van het senaatsgebouw:

Slide 4 - Slide

‘Wanneer zullen de deuren geopend worden? Wanneer zullen wij op de hoogte gesteld worden? Wanneer zal de waarheid gezegd worden?’

Eindelijk kwam Quintus Fabius Maximus uit het senaatsgebouw naar buiten en hij zei:

‘Onze legioenen hebben een zeer grote nederlaag geleden. Het aantal doden is zeer groot. Zeer veel Romeinse families zullen in rouw worden gedompeld.




Slide 5 - Slide

Vandaag echter is onze stad in enorm gevaar. Als wij de muren niet uit alle macht zullen verdedigen tegen Hannibal, zal Rome gemakkelijk door hem worden veroverd.

Dus vraag ik jullie, matrona’s, om naar huis te gaan. Treur daar met persoonlijk verdriet, totdat de stad veilig zal zijn.

Jullie, mannen, geef snel hulp! Bewaak de muren, want misschien zal Hannibal morgen al zijn legerkamp plaatsen bij de poorten van Rome!

Slide 6 - Slide

Zijn er vragen over de tekst?
Dan nu naar opdracht 23 t/m 26

Slide 7 - Slide

Opdracht 23
a complebatur, audiebantur, habebantur, orabatur.

b De dingen die je toen kon horen of zien, werden uitgevoerd door de bevolking van de stad. Een
vertaling met ‘men’ ligt dan voor de hand.

c In het imperfectum

d anxiae (r.4)


Slide 8 - Slide

Opdracht 24a
Verleden: Quid legionibus Romanis accidit?

Heden: Quantus est numerus mortuorum?
Nonne tuti sumus hic in urbe?

Toekomst: Num Roma ipsa ab Hannibale expugnabitur aut etiam delebitur?
Num – vendemur?

b
Quid legionibus Romanis accidit? Cladem – acceperunt (r. 24)
Quantus est numerus mortuorum? Maximus est numerus mortuorum.
Num Roma ipsa ab Hannibale expugnabitur aut etiam delebitur? .. ab eo Roma facile expugnabitur.
Nonne tuti sumus? At hodie – periculo (r. 29)

Slide 9 - Slide

24b
Verleden: Quid legionibus Romanis accidit? Cladem – acceperunt (r. 24)

Heden: Quantus est numerus mortuorum? Maximus est numerus mortuorum.

Toekomst: Num Roma ipsa ab Hannibale expugnabitur aut etiam delebitur? .. ab eo Roma facile expugnabitur.
Nonne tuti sumus? At hodie – periculo (r. 29)

Slide 10 - Slide

Opdracht 25
a hominum multitudo
b silentio: in stilte

Opdracht 26
a openbare rouw: het sociale leven ligt enige tijd stil.
b privato dolore
c At hodie
d Eigen antwoord
e donec urbs salva erit (r. 28)

Slide 11 - Slide

Inleiding bij les 31
Scipio

Opdrachten 28, 29, 30

Slide 12 - Slide

Opdracht 28a
Welke twee vredesvoorwaarden kregen de Carthagers opgelegd na de Tweede Punische Oorlog?
A
De kolonies in Spanje overdragen en 10 jaar lang een boete betalen.
B
Vloot inleveren en de haven blokkeren.
C
Vloot vernietigen en de stadsmuren slopen
D
Vloot inleveren en 50 jaar lang een boete betalen

Slide 13 - Quiz

Opdracht 28

b De vloot afnemen zorgde ervoor dat ze niet meer over zee konden aanvallen.
De boete betalen zorgde voor het afnemen van hun financiele status en daarmee dat ze afhankelijker werden van anderen en dat ze minder aandacht en geld konden geven aan oorlogsvoering.

c Ze hebben de vloot afgepakt, maar de boete was al na tien jaar betaald.

Slide 14 - Slide

Opdracht 29

a Ze spraken vloeken uit en ze strooiden zout in de grond.

b Er was al zeventien dagen een brand geweest, dus er zou toch al niemand meer kunnen wonen.

c Waarschijnlijk uit wraak of om hun woede af te reageren

Slide 15 - Slide

Opdracht 30

a De Eerste Punische Oorlog duurde van 264 tot 241 voor Christus.

b De aanvoerder aan Carthaagse zijde was Hamilcar (familienaam Barcas).

c De Eerste Punische Oorlog leverde voor de Romeinen niks goeds op.

d De Tweede Punische Oorlog duurde van 218 tot 201 voor Christus.



Slide 16 - Slide

Opdracht 30

e De aanvoerder aan Carthaagse zijde was Hannibal, zoon van Hamilcar, die de Romeinen verpletterend versloeg in de slag bij Cannae in 216,
f maar zelf werd verslagen door de Romeinse generaal Scipio in de slag bij Zama in het jaar 202.

g De Tweede Punische Oorlog leverde voor de Romeinen een zwak Carthago op.

h De Derde Punische Oorlog duurde van 149 tot 146 voor Christus en leverde voor de Romeinen niets op behalve de stad Carthago.

Slide 17 - Slide

Huiswerk
  • Leer woordjes les 30 & 31
  • Leer aant. 5.4, HB p. 162-163 (pptx in agenda)
  • Maak Mandatum XV
  • Maak Mandatum XVII  t/m zin 3

Slide 18 - Slide